“Wie niet scoort, moet onder de tafel doorkruipen,” vertelt Lucas Kortmann die behendig de verdediging van zijn collega’s Jako van Hees en Nico Tollenaar sloopt tijdens een spelletje tafelvoetbal. Nu even tegenstanders, maar normaal zijn ze het team van RESOR: de meest in het oog springende startup van dit jaar. Hoe verliep het eerste halfjaar?
Gelukkig voor Van Hees en Tollenaar wordt het 5-1, vanwege middelmatig keeperswerk van een invaller. Hoe lichtvoetig de voetbaltafel ook aandoet en het kantoor van RESOR daardoor een beetje de sfeer krijgt van een reclamebureau of internetbedrijf, is dit een kantoor dat uit louter vakidioten bestaat en zwaargewichten in hun vakgebied zijn. “The two kings are gone” schreef International Financial Law Review over het vertrek van Van Hees en zijn mede-partner bij De Brauw, Sijmen de Ranitz.
Na het vertrek van De Ranitz en Van Hees werd er al gespeculeerd over het nieuwe kantoor dat wel móést komen. Op 1 januari 2010 was het zover en startte RESOR in toren C van het WTC met uitzicht op De Brauw, en Houthoff aan de andere kant van de A10. Naast Nico Tollenaar en Lucas Kortmann sloot professor Michael Veder (ook ex-De Brauw) zich aan. Hij is – net als De Ranitz – als adviseur verbonden aan RESOR wordt volgende week weer herbeëdigd als advocaat.
Drie maanden feest
”Ik wilde niet nog eens 15 jaar als partner binnen een groot kantoor werken,” legt van Hees zijn keuze voor vertrek uit. Hij werkte dertien jaar bij De Brauw. “Ik had mijn vertrek al eind 2008 aangekondigd. Toen het zover was heb ik drie maanden feest gevierd en ben eens goed gaan nadenken en heb met mensen gepraat, met Sijmen natuurlijk, en Nico en Lucas.”
Die twee zitten nu naast Van Hees. Tollenaar is 36 en Kortmann 32. De “angry young men” noemt Van Hees zijn jongere collega’s die ook allebei hun roots bij De Brauw hebben liggen. Ook Tollenaar wilde meer vrijheid om zijn praktijk op een eigen manier vorm te geven: “Als je een vakidioot bent is een groot kantoor toch een beetje een straightjacket. Grote kantoren zijn meer geldgedreven dan vakgedreven. Het gaat me niet om het geld verdienen, maar de liefde voor het vak.”
Kortmann’s motivatie ligt in die lijn: “Zelf kunnen sturen. De kwaliteit kun je hier beter waarborgen en ontwikkelen dan bij een groot kantoor. En zorgen dat RESOR de beste wordt. Als je lol in je vak hebt, dan heb je al een voorsprong.” Waar de beweegredenen van de drie op details nog verschilt, is die er wat de intentie betreft niet: kwaliteit leveren. Tollenaar: “Ons doel is de beste te zijn.” Van Hees corrigeert hem met zijn jongensachtige branie. “Nee hoor, dat is niet ons doel. We zijn al de beste.”
RESOR kende in elk geval een vliegende start en bedient het topsegment in de markt op het gebied van litigation, restructuring en insolvency. Meer precies: bedrijven in financial distress. “Daarmee verschilt ons specialisme van het normale ondernemingsrecht,” legt van Hees uit. Er is hier volgens hem geen tijd om eens iets op het gemak op te zoeken in deze tak van sport. Iets rustig lezen is er niet bij als er onder grote druk beslissingen moeten worden genomen.
Geen en/of-advocaat
Volgens de drie zit die cliënt in distress niet te wachten op een ” en/of-advocaat”. Ter illustratie verhaalt Van Hees over een telefoontje die een collega van hem eens van een cliënt kreeg. “I need a lawyer with one hand,” vroeg deze. “Why?” wilde de verbouwereerde advocaat weten. “Lawyers always say: on the one hand it’s like this… But on the other hand…”
Advocaten met één hand dus. Kortmann en Tollenaar schetsen de dynamiek van de zaken waar ze mee te maken hebben: “Voor die andere hand is geen tijd als een bestuurder in de shit zit met een financieel tekort. Die wil iemand die hem vertelt wat ie moet doen in acute kwesties van bestuurdersaansprakelijkheid. Tekenen of niet? Is doorgaan verantwoord? Je moet dan als een loods achter het stuur durven kruipen en zeggen: die kant op!” Daarom moet je het recht verdomd goed beheersen,” vult Van Hees zijn collega’s aan. “Zit er een grensoverschrijdend aspect aan een zaak – en dat is tegenwoordig bijna altijd zo – dan neemt de complexiteit met een factor drie toe.”
En daarom zijn buitenlandse partners nodig. Die internationale samenwerking wil RESOR ook anders invullen dan de drie gebruikelijke modellen; buitenlandse vestigingen, best friends of vast netwerk. “Het gaat niet om het kantoor, maar om de persoon,” stelt Tollenaar. “Ik heb vaak genoeg gezien dat een cliënt via een verwijzing binnen een netwerk of samenwerkingsverband niet bij een kantoor terecht komt dat bij hem en de zaak past,” weet Van Hees. “We steken heel veel tijd in het onderhouden en uitbreiden van het internationale netwerk dat Sijmen en ik hebben. We geven de waarborg dat de klus bij de beste vent terecht komt. En dat werk gaat natuurlijk twee kanten op.”
Wie zitten er in dat netwerk dan? Goeie vraag. Van Hees houdt zich nu op de vlakte en ook de extraverte Tollenaar laat zich van zijn diplomatieke kant zien. “Het zijn grote kantoren, maar we zoeken ook de parels op.” Ook over de cliënten van RESOR geen woord. “Banken, in het transport, onroerend goed en de zorg,” somt Van Hees enkele zaken summier met de armen over elkaar op. “En we procederen ons suf.”
Kings and queens
”Work-life balance ligt moeilijk als je in de top wilt meedraaien,” zegt Van Hees. “Daarom is het belangrijk dat je de lol al in je werk vindt.” Volgens Tollenaar is het meer een work-life mix dan een balans, en Kortmann verhaalt over juridische hersenspinsels tijdens het kijken van het Eurovisie songfestival. Het is meer hollen dan stilstaan als er wat gebeurt. Maar er is hulp: naast kings lopen er ook queens bij RESOR. Van De Brauw komt Karen Sixma over. Per 1 mei werkt Esther Oppedijk van Veen, afkomstig van Loyens & Loeff, bij RESOR. “En we zijn altijd op zoek naar talent dat net zo eager is.”
De toekomst zien de drie met vertrouwen tegemoet. Van Hees: “Bedrijven in nood, dat blijft nog wel even, als je naar de faillisementscurve kijkt die achter economische terugval aan komt. En alles globaliseert verder.” “Maar ook los van de crisis,” zegt Kortmann. Het juridische dak repareren als de zon schijnt, is nu net zo gewild.
De drie verwachten dan ook dat hun startup nog verder zal groeien de komende tijd. Kortmann: “De focus ligt op de beste willen zijn. Als je dat bent, komt de groei vanzelf. Dat is niet uit noodzaak, maar uit passie.”