In toga voor een deskundige jury en een volle zaal; de derde editie van de Nationale Requireerwedstrijd voor rechtenstudenten – op 14 april jongstleden afgerond – moet de finalisten slapeloze nachten hebben opgeleverd. Toch was het niveau dit jaar hoog en was de jury zeer te spreken over de kandidaten. Eliza Scheps (25) van de Rijksuniversiteit Groningen ging met de eerste prijs naar huis. Met haar begrijpelijke taalgebruik palmde ze de jury in en serveerde ze zelfs de bekende strafpleiter Stijn Franken af. “Ik spreek graag in het openbaar, dat is een beetje een hobby van mij.”
Acht rechtenstudenten, die tijdens de lokale voorrondes al tientallen studenten achter zich lieten, streden om de eerste plaats en om een felbegeerde stageweek bij het OM. Op donderdag 14 april kwamen ze bijeen in het Gerechtshof van onze hoofdstad. Ter voorbereiding op de finale een dag later volgden ze een masterclass van officier van justitie Koos Plooij en een workshop debattechnieken. Scheps was al aardig ervaren. Ze deed eerder mee aan wedstrijden en traint zelf studenten in het houden van een pleidooi. “Ik spreek graag in het openbaar, dat is een beetje een hobby van mij. Maar de zenuwen blijven altijd tijdens zo’n wedstrijd. En dat is ook goed, die houden je scherp. Die adrenaline werkt juist positief en hield me na een korte nacht toch wakker.”
Menens
Annelies van Veen uit Amsterdam, die derde werd, verklaart waarom ze zo laat naar bed gingen. ” ’s Avonds was het heel gezellig. We zijn uit eten geweest met een aantal juryleden en mensen van het OM. En toen zij rond half twaalf nog een borrel dronken, gingen wij tot diep in de nacht aan ons requisitoir werken.”
Want de volgende dag was het menens en zou de jury, bestaande uit procureur-generaal Marc van Nimwegen, vice-president van het Gerechtshof Amsterdam Bianka de Poorter, directeur van het Parket-Generaal Charles van der Voort, Koos Plooij (onder meer bekend van de zaak Holleeder) en strafpleiter Stijn Franken, de requisitoiren beoordelen op juridische kwaliteit, opbouw en verbale en non-verbale presentatie.
Zelfvertrouwen
“De zaak van de finale was juridisch ingewikkelder dan die tijdens de voorronde,” zegt Van Veen. De strafzaak ging over een first offender die een geplande gewapende overval pleegde op een juwelier. De verdachte beweerde dat hij onderweg al berouw kreeg. Een mededader zei echter dat hij nooit van plan was mee te doen, maar alleen aan de verdachte wilde laten zien dat hij de overval niet moest plegen. “Wie moet je dan geloven? Dat maakte het lastig,” aldus Van Veen. Maar volgens de jury kwam ze in haar perfecte repliek met het ene goede argument na het andere.
De nummer twee van de wedstrijd, Petra Klas (27), weet niet meer zo goed wat de jury zei. “Ik was zo ontzettend gespannen dat dat niet goed bij me is aangekomen. Maar later sprak ik nog wat juryleden en ze waren erg te spreken over mijn houding.” Dat ze niet won was zeker een teleurstelling voor haar, maar inmiddels is ze heel tevreden. “Ik ben toch tweede geworden van velen. Dat doet wel wat met je zelfvertrouwen.”
Tenniswedstrijd
Maar het was uiteindelijk Scheps die door de jury werd aangewezen als winnares. Ze ging helemaal voor die stage bij het OM. “Dat die me nu in de schoot wordt geworpen is geweldig. En het is natuurlijk een bevestiging van wat ik allemaal doe en dat ik iets kan. Dat is wel fijn als je zoveel ervaring hebt.” De jury noemde haar gepassioneerd. “Dat hoor ik wel vaker. Ik heb nogal een winnaarsmentaliteit. En dat is voor een advocaat of officier van justitie ook wel van belang.”
Dat ze bovendien ‘buitengewoon begrijpelijke taal’ gebruikte, werd door de jury zeer gewaardeerd. Misschien was het wel de metaforische tenniswedstrijd die de jury heeft overgehaald. Daarmee serveerde ze advocaat Stijn Franken immers af. “Ik vergeleek de reactie van de verdachte met een tenniswedstrijd, waarin de spelers ook altijd elkaar de schuld geven van fouten. Franken ging daar in op en pakte uit met nog meer beeldspraak. Toen dacht ik wel even: ‘Daar ga ik’.” Maar ze ging mee in zijn verhaal, zei dat er best wat inzat, maar dat het inhoudelijk niets voorstelde. Toen had Franken niets meer te zeggen. “Ik kon echt met een goed gevoel weer gaan zitten.” En inderdaad, het zat wel goed. Ze won de stageweek en een wildcard voor Summercourt 2011.
Op de goede weg
Voor iedereen was de wedstrijd “om nooit te vergeten”, “een enorme belevenis” en “een prachtige ervaring, die je binnen je studie niet meemaakt”, om maar wat reacties van Scheps, Van Veen en Klas te citeren. Scheps: “Er hing een goede sfeer en onderling was het heel vriendschappelijk.” Klas beaamt dat. “Er was totaal geen competitief gevoel binnen de groep. En het was allemaal zo goed georganiseerd en verzorgd door het OM.”
Ze zou het dan ook iedereen aanraden. “Gooi die twijfel overboord en doe gewoon mee. Een wedstrijd als deze is een fantastische manier om je te meten aan anderen. Lekker twee weken in een dossier duiken, een juridisch leerstuk uitwerken en dan van professionals horen of je op de goede weg bent.” En dat zijn deze drie dames zeker. Als het aan het OM ligt, zouden ze “zo aan de slag kunnen als officier van justitie”.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op Rechtenstudie.nl