Oud-informateur en voormalig lid van de Raad van State Rein Jan Hoekstra zal het toezicht op de advocatuur gaan controleren. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft hem gevraagd de kwaliteit, objectiviteit en integriteit van het toezicht op advocaten door de negentien lokale dekens te onderzoeken en hierover publiekelijk te rapporteren.
Hoekstra zal als onafhankelijke derde komend jaar het toezicht op de advocatuur onder de loep nemen en aanbevelingen doen om dit toezicht te verbeteren. Hoekstra begint op 1 februari 2012. Hij denkt voor zijn taak twee dagen per week nodig te hebben. Hoekstra zal na een half jaar voor het eerst rapporteren over zijn bevindingen en eind 2012, aan het eind van zijn werkzaamheden, voor de tweede maal verslag uitbrengen.
Adviseur Arthur Docters van Leeuwen stelde in 2010 dat het toezicht op de advocatuur door dekens moet worden uitgevoerd, maar dat er wel een onafhankelijke derde over hun schouders zou moeten meekijken. Die kan nagaan hoe de dekens met klachten tegen advocaten omgaan en hoe proactief ze hun toezichtstaken uitvoeren. En die zou ook publiekelijk verslag moeten uitbrengen over zijn bevindingen zodat er meer zicht op het toezicht op advocaten ontstaat.
Hoekstra is oud-advocaat. In het verleden was hij secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken, coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en in 1994 werd hij lid van de Raad van State waar hij tot zijn 70e bleef. Verder was hij in 2003 en 2006 informateur bij de zoektocht naar een nieuw kabinet. In 2006 werd hij voorzitter van de Nationale Conventie die zich boog over de bestuurlijke vernieuwing.
De Orde hoopt met beter ‘eigen’ toezicht op de dekens de door de regering gewenste toezichthouder op de advocatuur buiten de deur te houden. Die voorgestelde wijzigingen op het terrein van het toezicht en het tuchtrecht noemde de Orde eerder “niet alleen onwenselijk, maar ook principieel en rechtsstatelijk onjuist. De advocatuur komt in de greep van de overheid. Enerzijds doordat alle regelgeving vooraf moet worden goedgekeurd door de minister. Anderzijds door de invloed op en grote bemoeienis met het toezicht op individuele advocaten. De zelfregulering van advocaten wordt overboord gezet en vervangen door een door de overheid gecontroleerde advocatuur.”