In een zaak waarvan men had gehoopt dat hij duidelijkheid zou scheppen over de vraag wat het standpunt is van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) met betrekking tot de plichten van een general counsel (GC), heeft die commissie juist een groot vraagteken achtergelaten. De SEC boog zich over de vraag of GC verantwoordelijk zijn voor nauwlettend toezicht op een overtredende werknemer.
De aanklacht tegen ex-GC Theodore Urban van Ferris, Baker Watts, Inc. (FBW), werd vorige week afgewezen, nadat de enige twee commissieleden het niet eens werden over de vraag of de beschuldigingen terecht zijn. Volgens de regels van de SEC moet een meerderheid van de commissie het eens zijn en dat was niet het geval. Want: gelijkspel.
Urban, die tevens lid was van de board of directors, gaf het advies om een van de brokers te ontslaan. Diens hoogste baas ging daar echter tegenin en bood aan in plaats daarvan de werknemer nauwlettend in de gaten te houden. De broker ging echter door met het begaan van overtredingen en werd daar later ook schuldig aan bevonden.
In 2009 werd GC Urban door advocaten van de SEC beschuldigd van het niet adequaat toezien op de desbetreffende broker. Urban had, toen hij de rode vlag zag wapperen, daadkrachtig moeten optreden, vinden de SEC-advocaten. Hij had zijn zorg moeten delen met het bestuur, en niet moeten toegeven aan de druk van de supervisor.
Bestuursrechter Brenda Murray was het daar echter niet mee eens en wijst de aanklacht af. Haar argument: “Bijna alle zakelijke leiders bij FBW logen tegen Urban, of hielden informatie voor hem achter. Mensen met duidelijke toezichtverantwoordelijkheden over de werknemer hebben die verantwoordelijkheden niet uitgeoefend.”
In een poging Urban toch verantwoordelijk te stellen, tekenden de advocaten van de SEC tegen die beslissing beroep aan en legden de zaak voor aan de volledige SEC. Die besloot de zaak te onderzoeken, omdat het “belangrijke juridische en beleidskwesties oproept, inclusief de vraag of Urban redelijk handelde in het toezicht op de broker; of hij redelijk reageerde op signalen van diens wangedragen en of Urbans status als advocaat en de rol die hij had als general counsel zijn aansprakelijkheid voor het mislukte toezicht beïnvloedt.”
Drie commissieleden besloten niet deel te nemen aan de eindbeslissing. Waarom is onbekend. “Tuchtprocedures als deze zijn besloten en commissieleden hoeven niet te verklaren waarom ze niet deelnemen,” aldus een woordvoerder. De non-beslissing door de incomplete commissie laat de vraag naar de reikwijdte van de verantwoordelijkheid van een GC open voor een andere dag.