De voortgezette rechtszaak tegen ex-advocaat Michiel Koot (53) uit Voorburg werd vorige week een klucht eerste klas. Het OM eiste negen maanden cel tegen de voormalige confrère, nadat eerst zijn advocaat en later de verdachte advocaat zelf uit de zittingszaal van de Haagse rechtbank waren weggelopen.
Door Cerberus
Koot wordt verdacht van verduistering van 36.000 euro van een cliënt, een Turkse tuinder uit het Westland. Verder zou hij van een Marokkaanse cliënt 13,5 duizend achterover gedrukt hebben, en een derde cliënt probeerde hij 150.000 euro te ontfutselen, aldus het OM. Bovendien zou hij een vaststellingsovereenkomst vervalst hebben. Daarover zou hij ook nog eens bij de rechtbank in Den Bosch meineed gepleegd hebben.
Koot is enkele jaren geleden van het tableau geschrapt. In juli had de Haagse rechtbank zijn strafzaak willen afdoen, maar Gervin van Doveren, de advocaat van de ex-advocaat, diende een wrakingsverzoek in tegen de rechtbankvoorzitter. De rechter wilde de curator van Koot namelijk bijzondere toegang verlenen tot de besloten zitting. Vertrouwelijke gegevens over Koot en zijn cliënten zouden daardoor in het faillissementsverslag komen, en daarmee ook in de openbaarheid, meende van Doveren.
Zijn wrakingsverzoek werd afgewezen, maar Van Doveren herhaalde woensdag tijdens de voortgezette zitting dat de curator en ook de benadeelde partijen met bijzonder toegangsrechten uit de zaal gezet moesten worden. Anders zou Van Doveren de verdediging neerleggen. “Dit strafproces wordt gegijzeld”, riep de officier van justitie zwaar geïrriteerd.
De Haagse rechtbank verzocht daarop de curator en de benadeelde partijen om vrijwillig de zaal te verlaten. Zij waren daartoe bereid, maar die concessie was voor Van Doveren en Koot niet voldoende. Van Doveren legde verdediging toch neer, want de rechtbank had zijn eis om een zaak af te splitsen nog steeds niet ingewilligd. Hij beende als eerste de zaal uit, zijn cliënt K. bleef nog even zitten.
De ex-advocaat legde nog een eis op tafel. “Dit proces is niet besloten, zolang er in het openbaar uitspraak wordt gedaan,” zei hij. Hij wilde alleen blijven als de Haagse rechtbank met de garantie kwam dat de uitspraak geheim zou blijven. De rechtbank trok zich voor de derde keer terug, maar deze keer niet voor lang. “Een uitspraak is altijd openbaar”, zei de rechtbankvoorzitter bij terugkeer in de rechtszaal. “Of het nu een veroordelend vonnis is, of een vrijsprekend vonnis: het is altijd openbaar.”
Dat was voor Koot het signaal om ook de rechtszaal te verlaten. De zitting werd alsnog voortgezet, met gesloten deuren. Die bleek ook dicht tijdens het requisitoir van de officier. Uitspraak op 16 november.