De strafrechter moet de mogelijkheid krijgen om complexe schadevergoedingsvorderingen af te splitsen van de feitelijke strafzaak. Dit staat in een nieuw wetsvoorstel van minister Dekker voor Rechtsbescherming, waar de Raad voor de Rechtspraak zich in een wetgevingsadvies achter schaart.
In de huidige situatie moeten slachtoffers zelf een separate civiele procedure starten als de strafrechter aangeeft dat een ingewikkelde vordering tot schadevergoeding niet te kunnen behandelen. Volgens het wetsvoorstel hoeven slachtoffers bij een afsplitsing niet meer zelf een procedure te starten, maar gebeurt dat automatisch na verwijzing door de strafrechter. De zaak wordt dan in een aparte schadevergoedingsprocedure behandeld door gespecialiseerde rechters.
De Raad voor de rechtspraak geeft aan voorstander te zijn van ‘een eenvoudige verwijzingsmogelijkheid naar de civiele rechter als een vordering tot schadevergoeding te complex is’.
De Rechtspraak pleit er wel voor dat de voordelen die slachtoffers hebben in een strafrechtprocedure – zoals de voorschotregeling waarbij de staat toegewezen schadevergoedingen voorschiet – ook in de nieuwe procedure behouden moet blijven. Dat is in de voorgestelde procedure nog niet het geval. Als daders niet kunnen betalen, worden toegekende schadevergoedingen worden niet zoals in strafzaken voorgeschoten door de staat.