Rechters mogen definitief niet langer exclusieve cursussen of lezingen geven aan advocaten van één kantoor. Deze aanscherping van de regels maakte de Raad voor de Rechtspraak donderdag bekend op Rechtspraak.nl.
De presidenten van de gerechten stemden eerder deze week in met het voorstel. Rechters mogen weliswaar nog steeds cursussen geven aan advocaten, maar niet meer exclusief aan één kantoor. Hiermee moet de schijn van partijdigheid of een te innige band tussen een kantoor en een rechter worden vermeden. Als rechters betaald krijgen voor het geven van een cursus, moeten zij dat bovendien aantoonbaar in hun eigen tijd doen. Geven ze de cursussen onder werktijd, dan moeten de verdiensten worden afgedragen aan hun gerecht.
Er ontstond afgelopen zomer discussie over dergelijke, veelal duur betaalde cursussen door rechters naar aanleiding van een brief van Chipshol-ondernemer Peter Poot. Die stelde dat voormalig rechter Westenberg – met wie hij jarenlang een juridische strijd voerde – excessief bijverdiende door cursussen te verzorgen in opdracht van Houthoff Buruma. Een klacht die Micha Kat hierover had ingediend bij het tuchtcollege, werd vorige week niet-ontvankelijk verklaard.
Niet deze kwestie, maar de vragen van een invalrechter bij het gerechtshof over zulke cursussen of lezingen zouden de aanleiding zijn geweest om de regels onder de loep te nemen. Deze rechter vroeg om een gezamenlijk standpunt afgestemd met de presidenten van de gerechten, het parket en de Hoge Raad.