In mei en in juni stuurden Haarlemse rechters kopieën van uitspraken aan de Raad voor de rechtsbijstand in Amsterdam, waarin “verbazing” werd uitgedrukt over de financiering die klagers kregen om een proces te voeren. Dat schrijft NRC Handelsblad.
De meest recente zaak gaat over een uiterst warrige familieruzie. “De rechter besteedt in rechtsoverweging 4 precies vier zinnen aan de kwestie, waarin de advocaat en diens zaak geheel worden afgebroken. De feiten waar het over zou gaan ‘zijn volstrekt onduidelijk’ gebleven, de rechtsgrond (onrechtmatige daad) is ‘op geen enkele wijze onderbouwd’. Op vragen van de rechter daarover kon de advocaat geen duidelijk antwoord geven. En verder zijn al die andere familieleden met wie de gedaagde geen contact meer zou mogen hebben, geen partij in het geding – dus alleen al daarom kan de vordering tegen hen niet worden toegewezen,” aldus de krant.
In juni kreeg de deken van de Orde van Advocaten een kopie van de uitspraak. “Een zeldzaam publiek standje voor de advocaat, mr. H.B. Chr. Stratman en de Raad,” aldus NRC. De deken van de Orde van Advocaten in Haarlem zegt het vonnis te hebben ontvangen, maar ook een klacht van de eiser over zijn (gefinancierde) advocaat. Binnen drie maanden hoopt deken mr. S. Linthorst een onderzoek te hebben afgerond, waarna de kwestie mogelijk wordt doorgeleid naar de Raad van Discipline.