Een vrouw die in de schuldsanering dreigt te belanden, trekt aan de bel bij de Rotterdamse rechtbank. Al haar schuldeisers hebben ingestemd met een voorgestelde schuldregeling, op eentje na. Dat is een advocatenkantoor dat nog 385 euro van haar tegoed heeft; een procent van de totale schuldenlast.
De Rechtbank Rotterdam boog zich vorige maand over het verzoek tot een schuldsaneringsregeling voor deze vrouw, die zonder werk zit en inmiddels onder beschermingsbewind is gesteld. Ze had bijna 36.000 euro aan schulden opgebouwd bij zestien schuldeisers, waaronder het advocatenkantoor. Dit kantoor was om deze reden dan ook opgeroepen om de zitting bij te wonen, maar er was niemand komen opdagen.
Vijftien schuldeisers waren al akkoord gegaan met haar voorstel om een bescheiden percentage van de schulden terug te betalen, tegen finale kwijting. De vrouw had naar eigen zeggen ‘al het mogelijke gedaan’ om deze percentages te kunnen aanbieden. Alleen het advocatenkantoor weigerde mee te werken aan de regeling, en dat terwijl de vordering slechts 385 euro bedroeg, iets meer dan een procent van het schuldentotaal. Het kantoor reageerde formeel niet eens op haar verzoek, maar gaf enkel aan ‘er geen tijd aan te willen besteden’.
De rechtbank Rotterdam geeft echter aan dat met deze weigerachtige opstelling niet alleen de belangen van de vrouw worden geschaad, maar ook die van de vijftien andere schuldeisers die wel akkoord zijn gegaan. Bovendien is de schuldregeling in orde bevonden door de Kredietbank Rotterdam, en vormt de vordering van het kantoor maar een klein aandeel van de totale schuldenlast.
‘Het voorstel is het uiterste waartoe verzoekster in staat moet worden geacht,’ aldus rechtbank. ‘Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoekster van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht.’
De rechter concludeert dan ook dat de belangen van de vrouw om ‘vanuit een stabiele situatie haar schuldenproblematiek op te lossen’ en die van de overige schuldeisers zwaarder wegen dan die van het advocatenkantoor. ‘Het verzoek om [naam advocatenkantoor] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen,’ zo staat in het vonnis.
Bovendien wordt het advocatenkantoor veroordeeld in de kosten van deze procedure.