Advocatenkantoor Vestius moet knokken om onbetaalde facturen à 50.000 euro in een arbeidszaak betaald te krijgen. Dit lukt grotendeels: het feit dat een advocaat weliswaar een beroepsfout heeft gemaakt, betekent niet dat een strijdbare cliënte de rekeningen onbetaald kan laten, aldus de rechter.
Deze cliënte is een (ex-)werkneemster van ING, zo blijkt uit een maandag gepubliceerd vonnis van de Rechtbank Amsterdam uit oktober. Zij neemt in 2018 een (voormalig) advocaat van Vestius in de arm om te procederen tegen de ontbinding van haar arbeidscontract en om een schadevergoeding te eisen. Ze meent bovendien dat er sprake is van seksediscriminatie en start daarom ook een procedure bij het College van de Rechten voor de Mens.
Tijdens de voorbereidingen van de zaak is alles nog koek en ei. De cliënte doet zelf geen half werk en verwoordt een deel van haar verdediging in een Engelstalig document van liefst 55 pagina’s, dat de advocaat wel dient te vertalen. Tussen de vele overleggen door overlaadt zij haar advocaat met complimenten over zijn excellent work. (“We are VERY pleased with your efforts as they stand”). En die declaraties, na een paar maanden al opgelopen tot 28.000 euro, zullen zeker zo snel mogelijk worden betaald.
Maar eenmaal op zitting bij de kantonrechter wijst de advocaat een schikkingsvoorstel van ING af, zonder dit te overleggen met zijn cliënte. Dat pikt zij niet: “I hereby withdraw my instructions, and terminate our professional relationship,” mailt ze na afloop. Uiteindelijk verliest zij de zaak. De advocaat stuurt zijn eindfactuur: de vertrokken cliënte heeft echter een nieuwe advocaat gevonden en weigert de resterende 50.000 euro op een totaal van ruim 63.000 euro aan facturen te betalen. “I do not believe that I owe you any money, and contest all your invoices.”
Als ze haar Nederlandse woning verkoopt om weer in Groot-Brittannië te gaan wonen, laat Vestius beslagleggen op dit huis. Haar eis dat dit beslag direct wordt opgeheven wordt afgewezen door de rechter. Uiteindelijk eist Vestius in een verstekprocedure met succes de betaling van de openstaande 50.000 euro. De voormalig cliënte komt hierop nog eens in verzet tegen het verstekvonnis en eist in reconventie 133.000 euro schadevergoeding van het advocatenkantoor. In deze procedure deed de Amsterdamse rechtbank onlangs uitspraak.
Zeer arbeidsintensieve zaak
De voormalige ING-werkneemster blijft erbij dat de advocaat excessief heeft gedeclareerd. Zo is er 21 uur in rekening gebracht voor de vertaling van een 18 pagina’s tellende Engelse klacht bij het CRM, 63 uur voor het opstellen van de dagvaarding in de schadevergoedingsprocedure en 41 uur voor het opstellen van het verweer in de ontbindingsprocedure.
Maar volgens Vestius was er nu eenmaal sprake van een zeer arbeidsintensieve zaak, waarin vrijwel dagelijks (langdurig) contact met de cliënt was. De dagvaarding besloeg uiteindelijk 94 pagina’s en had 57 producties, en het verweerschrift in de ontbindingszaak telde 52 pagina’s en had 48 producties. Over de inhoud en omvang van de stukken was steeds ‘nogal wat discussie’ met de cliënt. In dat licht is het afgesproken uurtarief van 285 euro niet excessief te noemen, aldus het advocatenkantoor. Bovendien stond de cliënte aanvankelijk geheel achter de gekozen aanpak, ondanks de waarschuwing dat de kosten flink opliepen.
De Rechtbank Amsterdam gaat hierin mee: de declaraties zijn inhoudelijk niet betwist en uit meerdere e-mails blijkt inderdaad dat de cliënte in eerste instantie heel tevreden was over haar advocaat. Dat die op zitting bij de kantonrechter weliswaar een beroepsfout heeft gemaakt door zonder overleg een schikkingsvoorstel af te wijzen – hierdoor zegt de cliënt de 133.000 euro schade te hebben geleden –, verandert hier volgens de rechtbank weinig aan. Achteraf oordelend had het schikkingsvoorstel namelijk maar 10% kans van slagen gehad.
Stukje schadevergoeding toegewezen
De beroepsfout, waarvoor de Raad van Discipline nog een waarschuwing heeft opgelegd in de door de cliënte aangespannen tuchtzaak, heeft wel tot gevolg dat de rechter alsnog een klein deel van de door de vrouw geëiste schadevergoeding toewijst: ruim 10.000 euro. ‘Het lag immers juist op de weg van [de advocaat] om op het moment dat een schikking aan de orde kwam daarover met zijn cliënte te overleggen,’ stelt de rechter. ‘Het beroep van Vestius op eigen schuld van [gedaagde] wordt dan ook verworpen.’
Dit stukje schadevergoeding wordt wel verrekend met de resterende facturen van Vestius, zodat zij alsnog zo’n 40.000 euro plus bijkomende kosten aan het advocatenkantoor moet betalen, bepaalt de rechtbank.