Wordt het de advocatuur, de rechtspraak of toch het bedrijfsleven? (Pre)masterstudenten van de universiteiten in Groningen, Leiden, Nijmegen en Tilburg vertellen in Advocatie Magazine over hun studie ervaringen en ambities. Een gezond optimisme over de toekomst hebben ze gemeen. “Het lijkt me verstandig altijd de kansen op de arbeidsmarkt in de gaten te houden, dat weegt zeker mee.”
Beatrix Darantinao (23), premaster Rechtsgeleerdheid, Tilburg University
“Toen ik nog op de havo zat, studeerde mijn zus rechten. Haar enthousiasme over de studie en over het recht zelf sloeg al snel over op mij. Op 20-jarige leeftijd overleed ze geheel onverwacht, nadat ze opeens erg ziek was geworden. Ik was hierna vastbesloten om haar werk, haar passie voort te zetten. Dus doe ik deze premaster in Tilburg voor ons allebei, ook ter ere van haar. De gebeurtenis heeft beslist een groot gat in mijn leven achtergelaten, maar ik ben nog nooit zo gemotiveerd geweest als nu.
Ik heb eerst de HBO-rechtenopleiding gedaan en volg nu de premaster rechtsgeleerdheid aan Tilburg University, een schakeljaar waarna je direct door kunt naar de master. Qua inhoudelijke diepgang is er nauwelijks overlap met de HBO-opleiding: ik heb nog nooit eerder zo hard gestudeerd.
Het tempo en het niveau liggen hoog. Dat maakt het kortom pittig en uitdagend, maar dankzij een flinke dosis doorzettingsvermogen gaat het me tot nu toe prima af. Gelukkig heb ik nog tijd voor andere dingen: sinds vorig jaar ben ik Rechtspraak Reporter. In die rol krijg ik een kijkje in de keuken van de rechterlijke organisatie, en blog en vlog ik om de rechtspraak begrijpelijk te maken voor een jong publiek.
We krijgen een selectie vakken van de universitaire bachelor, meestal uit het derde jaar. Ik vind vooral arbeidsrecht heel leuk. Het lijkt me mooi om als jurist of advocaat mensen met problemen op het werk juridisch vooruit te kunnen helpen. Maar ook het internationale recht en mensenrechten spreken me aan. Het zijn beide rechtsgebieden waarin je veel voor andere mensen zou kunnen betekenen, iets dat ik zeer belangrijk vind.
Daarom ben ik voor mijn HBO-scriptie naar Hongarije gegaan, als onderdeel van een Europees onderzoeksproject in samenwerking met meerdere hogescholen en universiteiten in Europa. Mijn scriptie ging over vluchtelingenkinderen in Hongarije, met als vraagstelling in hoeverre hun rechten door de Hongaarse overheid in het licht van Europese verdragen worden geschonden. De uitkomst was dat hun rechten inderdaad op meerdere vlakken niet worden gerespecteerd.
Deze zomer heb ik trouwens weer een nieuw buitenlandavontuur voor de boeg: ik mag twee weken naar de campus van Harvard University voor een Ivy League Summer Course, waar ik het vak International Politics & Law ga volgen.
Nu de premaster bijna ten einde is, ga ik me uiteraard verder specialiseren met een master. Ik weet alleen nog niet precies in welk gebied. Ik ben ook zeer geïnteresseerd in het privaatrecht, en specifiek daarbinnen het arbeidsrecht. Ik heb de keus nog niet kunnen maken, misschien wordt het wel een combinatie van het privaatrecht met internationaal recht. Toch moeten we aan het einde van het schakelprogramma al een soort onderzoeksvoorstel schrijven, in aanloop naar de masterscriptie.
Ik weet nog niet precies wat ik na mijn master wil doen, omdat veel juridische banen me leuk lijken. De rechtspraak spreekt me erg aan, maar het lijkt me net zo mooi om als jurist bij een NGO te gaan werken. Het lijkt me verstandig altijd de kansen op de arbeidsmarkt in de gaten te houden, dat weegt zeker mee.
De advocatuur is in zekere zin ook wel interessant, maar daar heb ik me eerlijk gezegd nog niet zo in verdiept. Ik weet nog niet of ik mezelf wel als advocate zie. Gelukkig heb ik nog even de tijd om een verantwoorde keuze te maken.”
Lees ook de interviews met Jan van Duijn, Mariëlle van de Bunt en Cigourney van Oorsouw in Advocatie Magazine: