Het staat vast dat oud-rechter Hans Westenberg op 6 december 1994 heeft gebeld met advocaat Hugo Smit, destijds raadsman namens Chipshol. Dat heeft de Amsterdamse rechtbank vandaag bepaald in een tussenvonnis in de civielrechtelijke bodemprocedure, aangespannen door Smit.
In deze procedure kreeg Westenberg in maart 2011 de kans om tegenbewijs te leveren dat hij nooit heeft gebeld met advocaat Smit, zoals hij zelf altijd heeft volgehouden tijdens zijn strafzaak. Hiervoor liet de oud-rechter sindsdien 26 getuigen verhoren, zo blijkt uit de beslissing van de rechtbank, waarna Smit in contra-enquête nog eens zes getuigen optrommelde.
Volgens de rechtbank is Westenberg er echter niet in geslaagd om voldoende tegenbewijs te verzamelen, waardoor ‘naar het oordeel van de rechtbank vaststaat dat de advocaat en de oud-rechter op 6 december 1994 een telefoongesprek hebben gevoerd’. “Het oudste en meest overtuigende bewijs is de brief van [eiser] van 12 december 1994 waarin het telefoongesprek wordt genoemd. In die brief somt [eiser] zijn klachten op over het optreden van [gedaagde] tijdens het pleidooi van 8 december 1994.”
Daarbij vindt de rechter de verklaringen die een secretaresse over meerdere jaren aflegde, ‘consistent en voldoende gedetailleerd’. “De hiertegenover staande ontkenning van [Westenberg] en het overige bijgebrachte tegenbewijs legt onvoldoende gewicht in de schaal. Ander direct bewijs dat niet is gebeld ontbreekt.” De Amsterdamse rechtbank oordeelt overigens wel dat niet is vast te stellen waar het gesprek over ging. Smit heeft altijd gesteld dat Westenberg hem telefonisch meedeelde ‘dat hij geen zaak had’ in de omvangrijke Chipshol-kwestie.
Vrijspraak in strafzaak
Westenberg werd de afgelopen jaren tot twee keer toe vrijgesproken van meineed: hij werd ervan verdacht te hebben gelogen door te stellen dat het geruchtmakende telefoongesprek nooit had plaatsgevonden. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden sprak Westenberg onder meer vrij van meineed, omdat er volgens het hof ‘onvoldoende helderheid’ was over de vraag of het telefoongesprek wel daadwerkelijk had plaatsgevonden, zodat leugens hierover niet bewezen konden worden.
Later dit jaar buigt de rechtbank Amsterdam zich in de bodemprocedure nog over de vraag of Smit recht heeft op een schadevergoeding van miljoenen, te betalen door Westenberg.