De rechtbank Rotterdam maakt zich in een uitspraak van 3 februari jongstleden boos over het geknoei van advocaten met het indienen van een verzoekschrift over ouderlijk gezag op tegenspraak, terwijl dat helemaal niet nodig was. De rechtbank “vermag niet in te zien”, is “verrast” en wijst op strijd met de gedragsregels hetgeen “buitengewoon kwalijk” is. Het advocatenkantoor in kwestie verzet zich niet tegen de conclusies van de rechtbank. Advocaat en naamgever van het kantoor M. Nasrullah: “Het is fout gegaan. We zullen de controlemechanismen ten aanzien van advocaatstagiaires aanscherpen.”
Volgens de rechtbank waren partijen het erover eens dat de man voortaan ook ouderlijk gezag zou uitoefenen over een minderjarige, maar dient de advocaat van de man desalniettemin een verzoekschrift op tegenspraak in. Het indienen van een gemeenschappelijk verzoek kan echter heel eenvoudig bij de rechtbank, zonder advocatenbemoeienis. “Het verrast de rechtbank dat de advocaat van de man partijen niet op deze eenvoudige administratieve mogelijkheid heeft gewezen, maar dat gekozen is om een procedure op tegenspraak aanhangig te maken.”
Daar komt bij dat de advocaat van de vrouw en de advocaat van de man afkomstig zijn van hetzelfde kantoor: “buitengewoon kwalijk” en in strijd met de gedragsregels, aldus de rechtbank. Telefonisch overleg met de advocaten leidt tot intrekking van de procedure.
Toch komt het tot een uitspraak van de rechtbank, die vooral bedoeld lijkt als waarschuwing voor het kantoor in kwestie en ook advocaten in het algemeen. Er wordt besloten om het verzoek van de man buiten behandeling te stellen en de man wordt veroordeeld “in de onnodig veroorzaakte kosten”. De rechtbank stelt daarbij dat niet de man, maar de advocaat daarvoor moet opdraaien: “De rechtbank is evenwel van oordeel dat de handelwijze van de advocaat van de man zo strijdig is met hetgeen een advocaat betaamt, dat het niet gerechtvaardigd is dat de man de kosten van de procedure zelf moet dragen (…). Tegen de achtergrond doet de rechtbank de suggestie dat de advocaat van de man de proceskosten van de man, alsmede de in het kader van de verleende toevoeging door de man aan zijn advocaat verschuldigde eigen bijdrage, geheel voor zijn rekening zal nemen.”
Veranderde hulpvraag cliënt
Advocaat Nasrullah erkent de gemaakte fouten. Volgens hem kwamen de ouders bij het kantoor binnen met het gezamenlijke verzoek om een en ander te regelen over omgangsregeling en alimentatie. De zaak werd behandeld door een advocaatstagiair. De ouders waren het eens, maar de vrouw wilde over het ouderlijk gezag toch een beschikking van de rechtbank. “Daarmee veranderde de hulpvraag van de cliënten, en had de advocaat afstand moeten nemen,” aldus Nasrullah.
De advocaatstagiair in kwestie verzuimde dat te doen, en stond pas later voor zijn bureau met de mededeling dat hij een fout had gemaakt. “We hebben toen het verzoekschrift ingetrokken, maar de rechtbank Rotterdam vond het kennelijk nodig om ons een klap op de billen te geven, misschien ook wel terecht. Wij zullen onze interne controle op advocaatstagiairs aanscherpen om dit soort fouten in de toekomst te voorkomen,” aldus de advocaat.
De gemaakte kosten van de man zal het kantoor vergoeden. “Uiteraard. De klant mag niet de dupe worden van een fout van onze kant. Dat is volstrekt helder.”