Kunnen advocaten namens een cliënt cq. schuldeiser lid worden van een crediteurencommissie in het kader van een omvangrijk faillissement? De curatoren van het gefailleerde Imtech protesteerden hiertegen, wegens risico’s op belangenverstrengeling. De rechtbank in Rotterdam wijst de oprichting van zo’n commissie toe en ziet op voorhand geen problemen bij de aanstelling van advocaat-leden, als er maar duidelijk afspraken worden vastgelegd in een protocol.
De rechtbank in Rotterdam wees de oprichting van een voorlopige crediteurencommissie voor de holding Royal Imtech op 18 december toe, nadat schuldeiser Rabobank hierom had verzocht. Curatoren Jeroen Princen (Ploum Lodder Princen) en Paul Peters (AKD) hebben bezwaren tegen de instelling van een dergelijke crediteurencommissie. Zo kunnen zij naar eigen zeggen minder slagvaardig opereren als ieder verzoek in de afwikkeling van het faillissement langs een commissie van schuldeisers moet en zien zij zich niet ‘voor zodanige vraagstukken geplaatst dat zij het advies van een commissie van schuldeisers nodig hebben’.
Daarbij hebben de curatoren bezwaar tegen de betrokkenheid bij de beoogde commissie van de drie Clifford Chance-advocaten Hofland, Broeders en Vroom, die Rabobank adviseren in de Imtech-zaak. Niet dat de onderlinge verhoudingen slecht zijn, stellen Princen en Peters, maar mogelijk volstaan ‘de paper walls’ niet als deze advocaten enerzijds tegenover de curatoren staan – bijvoorbeeld in het kader van het rechtmatigheidsonderzoek – en anderzijds zitting hebben in de commissie als vertegenwoordigers van de schuldeisers. ‘Van deze advocaten(kantoren) kan niet worden geëist dat zij een vertrouwelijkheidsovereenkomst als lid van de voorlopige commissie van schuldeisers tekenen en tegelijk ook voor de financiers optreden,’ aldus de curatoren.
De Rotterdamse rechtbank veegt dit bezwaar en de overige argumenten echter van tafel, intussen wel onderstrepend dat zij niet gaat over de specifieke aanwijzing van commissieleden als vertegenwoordigers van de schuldeisers. Wel is het zo dat afspraken in een nog op te stellen protocol ‘misbruik van de positie als lid van de commissie’ moeten kunnen voorkomen. Anderzijds kan, als zich toch een probleem voordoet met een advocaat-lid, ‘dat aan de rechters-commissarissen worden voorgelegd,’ stelt de rechter. ‘Van de curatoren wordt verwacht dat zij zich in het belang van de boedel constructief opstellen’.
De curatoren en rechters-commissarissen moeten zich uiterlijk 8 januari 2016 hebben uitgesproken over de te benoemen leden van de voorlopige schuldeiserscommissie in het faillissement van Royal Imtech.