Het internationaal strafrecht brengt advocaten tot in alle uithoeken van de wereld. Twee Nederlandse advocaten, Victor Koppe en Michiel Pestman, treden op voor een voormalig leider van de Rode Khmer in Cambodja, het bewind dat tussen 1975 en 1979 1,7 miljoen slachtoffers zou hebben gemaakt. “Je wordt toch een beetje onderdeel van de wereldgeschiedenis. Dat maakt dit werk fascinerend.” Maar echt soepel gaat het allemaal niet, daar in Phnom Penh.
Door Micha Kat
Bij een voormalig legerkamp twintig kilometer buiten Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja, staat een bungalow waarvan het dak nog juist te zien is boven de hekken en het prikkeldraad. “Daar zitten de vijf verdachten gevangen” zegt Peter Foster van het ECCC (Extraordinary Chambers in the Courts of Cambodja), de officiele naam van het ‘Cambodja-tribunaal’.
Aangenaam kennis te maken: Duch, de commandant van de martelgevangenis Tluol Sleng waar 14.000 gevangenen werden doodgemarteld, Ieng Sary, minister van buitenlandse zaken onder Pol Pot, zijn vrouw Ieng Thitith, minister van sociale zaken Khieu Samphan, staatshoofd onder Pol Pot en Nuon Chea, als ‘brother number 2’ de op een na machtigste man in het toenmalige Kampuchea. Zo heette Cambodja onder Pol Pot, die het land van 1975 tot 1979 terroriseerde onder een schrikbewind dat wereldberoemd is geworden door ondermeer de film The Killing Fields uit 1984 (3 Oscars). Peter Foster: “De detention facility voldoet aan alle internationale standaarden.”
Deze vijf zullen de komende jaren terecht staan voor het ECCC wegens misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Twee Nederlandse advocaten, Viktor Koppe en Michiel Pestman van Böhler Franken Koppe Wijngaarden te Amsterdam, staan Nuon Chea bij. Peter Foster laat de zaal zien waar de processen plaats zullen vinden achter een muur van glas. Waar bij ons het portret van de koningin hangt, prijken hier enorme afbeeldingen van de Cambodjaanse vlag en van het logo van de Verenigde Naties, omdat deze twee partijen het tribunaal samen mogelijk hebben gemaakt.
Voor het glas op de stoelen voor het publiek zitten honderden Cambodjaanse schoolkinderen die worden toegesproken door hun leraar. Een cameraman staat te filmen. “De belangstelling van Cambodjanen voor het tribunal is enorm,” zegt Foster. “We krijgen de ene groep na de andere op bezoek.” De kinderen worden rijkelijk voorzien van documentatie-materiaal in de vorm van stickers en boekjes.
Fraaie gebouwen
“Ja, het is allemaal prima georganiseerd bij het tribunaal,” zegt advocaat Victor Koppe. Koppe is medio september 2008 voor de derde keer in Cambodja, alhoewel het eigenlijke proces tegen zijn cliënt nog moet beginnen.
Samen met zijn twee collega-advocaten, een Amerikaanse ‘legal consultant’, een ‘case manager’ en een student-stagiair, heeft hij een mooie werkkamer op het terrein van het ECCC met @un.org-email adres erbij. “Bij het Sierra Leone-tribunaal stonden wat vage keten, maar hier staan fraaie gebouwen,” zegt Koppe, die nu naar Cambodja is gekomen voor ‘het onderhouden van contact met zijn cliënt’. Het kan nog maanden duren voordat zijn zaak zelf begint, maar Koppe heeft al wel bezwaar ingediend tegen de detentie van Nuon Chea. Koppe: “Er is geen enkele redden om een man van 83 in voorlopige hechtenis te houden. Dat is allemaal puur politiek”.
Het bezwaar van Koppe cs werd in februari afgewezen, maar het beroep is reeds ingesteld. Dergelijke ‘pre-trial’ schermutselingen – ook over beslissing iemand al of niet te gaan vervolgen en over de precieze tenlasteleggingen – zijn typerend voor internationale tribunalen en zorgen ervoor dat juristen vaak al maanden met van alles bezig zijn voordat de eerste ‘inhoudelijke behandelingen’ beginnen. Er is zelfs een aparte ‘kamer’ voor: de ‘pre-trial chamber’ met 5 rechters. De zaken zelf worden behandeld door de ’trial chamber – ook vijf rechters – en daarboven staat voor hoger beroep dan nog een ‘supreme court chamber’, met zeven rechters.
De eerste inhoudelijke behandeling bij het ECCC, de zaak tegen kampcommandant Duch, zou volgens de planning in de loop van dit jaar moeten beginnen. Koppe: “Voor ons is die zaak van groot belang, want Duch heeft onze cliënt ervan beschuldigd zijn opdrachtgever te zijn. Het is echter nog maar de vraag of hij die beschuldigingen hard kan maken.”
Hippe stad
Phnom Penh is tegenwoordig een hippe stad vol met luxe uitgaansgelegenheden en chique restaurants die vooral worden bezocht door de duizenden westerlingen die er werken in dienst van de zogeheten ‘NGO’s’ (non-governmental organizations) met namen als Child Care, UNDP, Unesco, Fight Against Hunger. De logo’s van deze organisaties prijken groot op de deuren van de terreinwagens die door de straten scheuren van de stad waarvan in 1975 bijna alle inwoners als vee het platteland werd opgedreven om rijst te gaan verbouwen voor de nieuwe heilstaat.
Bij het ECCC werken honderd westerlingen, samen met rond de 200 Cambodjanen. Rond deze Cambodjanen ontstaat tijdens ons bezoek een enorm probleem, omdat aan het licht is gekomen dat deze enorme bedragen aan steekpenningen hebben moeten betalen om bij het ECCC te worden aangesteld.
Het beroemde hotel Royal uit The Killing Fields – waar de laatst overgebleven buitenlandse journalisten verbleven die in 1975 de inname van de stad door de Rode Khmer versloegen – is nu een luxe vijfsterren-hotel van de Raffles-keten. Viktor Koppe zit in de FCC, de Foreign Correspondents Club, ook een pleisterplaats voor journalisten uit alle landen van de wereld.
Vanaf ons tafeltje kijken we uit over de twee rivieren van Phnom Penh, de Tonle Sap en de Mekong. Hoe is deze zaak bij hem terecht gekomen? Koppe: “Ons kantoor staat op een lijst van de VN omdat we eerder zijn opgetreden voor het Sierra Leone-tribunaal en ook werk hebben verrricht voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Onze cliënt kreeg deze lijst onder ogen en heeft ons samen met zijn Cambodjaanse advocaat uitgekozen na een soort van beauty contest, waar wij blijkbaar als beste uit zijn gekomen.”
Voor het geld hoeven Koppe en Pestman het niet te doen: ze krijgen $90 per uur uit de kassen van het Tribunaal, omdat hun cliënt Nuon Chea ‘onvermogend’ is verklaard. Koppe: “We doen dit uit interesse, je bent toch bezig met de geschiedenis van de twintigste eeuw waar je een beetje een onderdeel van wordt. Daarnaast is het ook juridisch heel interessant.”
Materiële waarheid
De ‘schuld’ van Nuon Chea staat wel vast. Hij was onder Pol Pot zowel voorzitter van de ‘volksvertegenwoordiging’ (die overigens maar een enkele keer bijeen is gekomen), als plaatsvervangend leider van de CPK (de communistische partij van Cambodja): ‘de tweede man’ van het bewind. Dat maakt hem mede-verantwoordelijk voor de misdaden van het regime.
Wat kunnen zijn advocaten nog voor hem betekenen? Koppe: “Wij zien erop toe dat de rechters kunnen oordelen over echte feiten en de ‘materiele waarheid’. Alles moet eerlijk verlopen, al helemaal omdat iedereen rond zo’n tribunaal altijd vindt dat er alleen recht wordt gedaan als er veroordelingen komen. Dat brengt risico’s met zich mee, zoals marchanderen met de feiten. We moeten de ruimte krijgen de getuigen van de aanklagers onder vuur te kunnen nemen en ook eigen getuigen kunnen laten verklaren. De presumptio innocentiae – iemand is onschuldig zolang hij niet is veroordeeld – moet ook in zo’n tribunaal zo veel mogelijk als uitgangspunt worden genomen.”
Als voorbeeld van wat geen ‘echt feit’ zou kunnen zijn, noemt Koppe het getal van 1,7 miljoen doden dat steeds maar weer wordt genoemd in relatie tot de Rode Khmer. “Als je daar goed naar kijkt, zie je dat dat cijfer niet hard is. Hoeveel van deze doden waren het gevolg van Amerikaanse bombardementen, van ziektes als malaria? Als juridisch feit zou dit getal best van tafel kunnen worden geveegd.”
Senior leaders
In de regel staan voor internationale tribunalen als het ECCC niet de moordenaars zelf terecht – de mensen die de trekker overhaalden – maar de ‘hoge omes’ uit de top. In dit verband wordt in het internationale strafrecht gesproken over senior leaders van misdadige regimes, those most responsible voor de oorlogsmisdaden. De moordenaars zelf worden vaak berecht door ‘gewone’ rechtbanken in de landen waar de misdaden zijn gepleegd.
In de praktijk blijkt het vaak uiterst problematisch om voldoende harde feiten boven tafel te krijgen om deze senior leaders ook daadwerkelijk veroordeeld te krijgen, zoals we bijvoorbeeld zagen in de zaak tegen Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal. Voor advocaten als Victor Koppe en de beroemde Fransman Jacques Verges – die Khieu Samphan verdedigt – blijkt het vaak gemakkelijk gaten te schieten in het requisitoir van de prosecutors. Dat alles zorgt ervoor dat internationale tribunalen fascinerend en spannend zijn, maar niet zelden ook frustrerend.
Op het terrein van het ECCC, vlak bij de bungalow van ‘de vijf’, staat een groot beeld van een man met een knuppel onder een fraai versierd afdak. Peter Foster; “Dat is een very powerful spirit die ervoor moet zorgen dat alles goed zal verlopen. We noemen hem de Lord with the iron staff. Alle getuigen zweren voor hem dat ze de waarheid zullen vertellen, de hele waarheid en niets dan de waarheid.”
Per 2009 gaat het niet goed met het tribunaal. Koppe en Pestman hebben de genoemde praktijk – van het betalen van steekpenningen in ruil voor baantjes – aan de kaak gesteld. Tevergeefs. Toen ze vervolgens stelden dat zelfs Cambodjaanse rechters zich hebben moeten ‘inkopen’ bij de regering, werden zij naar eigen zeggen door het tribunaal geintimideerd en bedreigd met juridische stappen.
Op het komende Nationaal Juristen Congres in de RAI (13 maart) zullen Victor Koppe en Gert-Jan Knoops (Rwanda-Tribunaal) een workshop verzorgen