Coen Drion, raadsheer bij de Hoge Raad, keert terug naar de advocatuur. Hij stapt over naar Jones Day, waar hij partner wordt. Dat meldt het Financieele Dagblad. Volgens de krant – en ook Drion zelf – gaat het om een unieke transfer: niet eerder stapte een raadsheer van de Hoge Raad terug naar de advocatuur.
Volgens Drion, eerder als advocaat werkzaam bij Trenité Van Doorne en later mede-oprichter van Kennedy van der Laan, bleef de advocatuur kriebelen. ‘De individuele vrijheid van een advocaat is groter dan die van een raadsheer. Bij de Hoge Raad ben je onderdeel van een veel collectiever proces,’ zegt hij in het Financieele Dagblad.
De stap naar Jones Day is ingegeven door een ‘unieke en radicale keuze qua organisatie en praktijkvoering’. Bij Jones Day is geld intern geen issue, zegt Drion. De Amerikaanse ‘managing partner’ bepaalt de beloning en de partners weten onderling niet van elkaar wat ze verdienen. Dat maakt dat de advocaten goed samenwerken, en er geen wedstrijdjes ver pissen ontstaan met als inzet de vraag wie het meest verdient. Verder zegt Drion voor het kantoor te hebben gekozen vanwege de juridische kwaliteit.
Volgens Drion doet Jones Day ook nog steeds pro-Deowerk. In het verleden heeft hij zich sterk gemaakt voor die praktijk. In 2007 pleitte hij voor een code die onder meer voorschrijft dat advocatenkantoren een deel van hun omzet besteden aan rechtsbijstand voor mensen die geen advocaat kunnen betalen. Drion noemde dat destijds ‘een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen’.
Drion was als advocaat gespecialiseerd op het gebied van (internationaal) contracten- en aansprakelijkheidsrecht en ICT-recht. Ook heeft hij opgetreden als arbiter en mediator, en vele artikelen en bijdragen in boeken gepubliceerd.