De pilot waarbij de Raad voor Rechtsbijstand 750 consumentengeschillen laat behandelen door Achmea-initiatief LegalGuard, is geen ‘oneerlijke concurrentie’ voor sociale advocaten. Dit schrijft de Raad op de eigen website in antwoord op veelgestelde kritische vragen. Met de pilot wil de Raad vooral mogelijkheden tot standaardisering van rechtshulp onderzoeken.
Minister Dekker voor Rechtsbescherming maakte de pilot begin februari bekend, en kon hierbij op nogal wat gefronste wenkbrauwen van toevoegingsadvocaten rekenen. Niet in het minst omdat LegalGuard uit de koker komt van Achmea, de verzekeraar waar de minister enkele maanden op werkbezoek was zoals een online video liet zien.
‘Potentieel interessant’, zo noemt de Raad voor Rechtsbijstand de dienstverlening van rechtsbijstandsverzekeraars met het oog op de gesubsidieerde rechtsbijstand. En wel vanwege de ‘ervaring die verzekeraars hebben in het behandelen van grote aantallen soortgelijke geschillen en de inrichting van gestandaardiseerde werkprocessen, zoals intakes.’
De pilot is dan ook ‘een verkenning naar een gestandaardiseerde werkwijze voor consumentenzaken waar rechtsbijstandsverzekeraars ervaring mee hebben,’ stelt de RvR. De raad wil meer inzicht krijgen in de werkwijze van verzekeraars en in het effect van gestandaardiseerde vormen van dienstverlening bij consumentengeschillen. ‘We willen met de pilot burgers helpen met een passende oplossing en solide data produceren over onder meer kenmerken van zaken en partijen, kosten van oplossingen en routes, doorlooptijden, uitkomsten en klanttevredenheid. […] Ook geeft de pilot nieuwe inzichten in hoeverre de doelgroep van de gesubsidieerde rechtsbijstand in staat is gebruik te maken van vooral telefonische en online vormen van dienstverlening.’
De mening dat de behandeling van geschillen door een rechtsbijstandsverzekeraar – mogelijk tegen lagere tarieven – ‘oneerlijke concurrentie voor de sociale advocatuur’ zou opleveren, deelt de Raad niet. Zoals nu al het geval is, wijst het Juridisch Loket rechtzoekenden op mogelijkheden om hun probleem op een andere manier op te lossen dan met een advocaat. ‘Het inzicht geven in de beschikbare oplossingsroutes is één van de huidige taken van het Juridisch Loket. De pilot is een verkenning naar andere dienstverlening in consumentenzaken.’
Deze vorm van rechtsbijstand gaat het huidige stelsel van gefinancierde rechtsbijstand zodoende niet vervangen, stelt de raad. ‘Het is een eerste inventarisatie naar wat de dienstverlening inhoudt en of deze iets kan toevoegen.’ Ook moeten advocaten het niet zien als een ‘verkapte bezuinigingsmaatregel’ voor de gesubsidieerde rechtsbijstand: ‘Het gaat om het opdoen van ervaring en het verkrijgen van inzicht.’
Gevolg bij succes onduidelijk
De vraag wat er gebeurt met de gesubsidieerde advocatuur als de pilot een succes blijkt, wordt niet direct beantwoord. ‘We zijn eerst en vooral geïnteresseerd in wat de pilot feitelijk oplevert aan ervaringen en data. De pilot levert dus niet ‘automatisch’ een doorstart naar een rechtshulppakket van rechtsbijstandsverzekeraars op. De inzichten uit de pilot worden uiteraard wel meegenomen in de (door)ontwikkeling van oplossingsroutes.’
Tot slot heeft het werkbezoek van minister Dekker aan Achmea afgelopen zomer volgens de raad niets te maken met de keuze voor LegalGuard als partner voor de pilot. ‘Onze contacten met Achmea vloeien voort uit de participatie van Achmea (in 2016) in de pilot Rechtwijzer Huur. Hierna is de verkenning naar een mogelijke samenwerking verder gegaan. Dat vond al ver voor het werkbezoek van deze minister plaats.’
Overigens laat de Orde van Advocaten (NOvA) nog weten dat de algemene raad niet is ingegaan op een uitnodiging om op bestuurlijk niveau deel te nemen aan de pilot. ‘Wel zal een beleidsadviseur van de NOvA als waarnemer deelnemen aan de klankbordgroep. Deze zal letten op zaken als mogelijke belangenverstrengeling en het in stand houden van de vrije advocaatkeuze en hierover rapporteren.’