Het is duidelijk geworden dat het realiseren van digitaal procederen door de rechtspraak complexer is dan was voorzien en daardoor meer tijd en geld kost. ‘De digitalisering vraagt om een transformatie van de hele juridische sector. Die is noodzakelijk om de rechtspraak ook voor de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden,’ aldus de Raad voor de Rechtspraak in een persbericht.
De digitalisering op het terrein van straf gaat volgens planning door, aldus de Raad. Op het terrein van toezicht is in november 2017 de landelijke invoering van digitaal werken in bewindszaken gestart. Deze loopt volledig door in 2018.
De landelijke invoering van digitaal procederen in handelsvorderingen met verplichte procesvertegenwoordiging en vreemdelingen regulier loopt vertraging op, maar kan naar verwachting in de periode 2018-2019 worden gerealiseerd. ‘De planning daarna leidt tot een vertraging van minimaal een jaar,’ schrijft de Raad.
Innovatie krijgt een permanent karakter binnen de Rechtspraak. Vanaf 2018 doet de Rechtspraak dit niet langer in de vorm van het programma KEI, maar als onderdeel van een ‘permanente organisatie voor vernieuwing en digitalisering’.