De Raad van State heeft zwaarwegende bezwaren geuit tegen het wetsvoorstel voor het nieuwe box 3-stelsel van de regering. Volgens de Afdeling advisering van de Raad van State is het voorstel te complex en leidt het tot ingrijpende gevolgen voor zowel de Belastingdienst als de burgers.
In haar advies adviseert de Raad de regering om het wetsvoorstel niet in de huidige vorm in te dienen en de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw te evalueren. Het Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 beoogt belasting te heffen op basis van het werkelijke rendement uit sparen en beleggen, in plaats van het huidige forfaitaire systeem. De Raad van State stelt echter dat dit voorstel het belastingklimaat veel ingewikkelder maakt, omdat belastingplichtigen een ingewikkelde vermogensvergelijking moeten maken en een zware administratieplicht krijgen.
Dit geldt voor ongeveer 1,6 miljoen belastingplichtigen, wat leidt tot een verhoogde werklast en minder mogelijkheden voor vooroverleg met belastinginspecteurs. Bovendien wordt de uitvoering van het nieuwe stelsel volgens de Raad bemoeilijkt, wat kan resulteren in slechtere dienstverlening en onvoldoende toezicht.
Budgettaire neutraliteit
De regering baseert het voorstel op het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit, wat betekent dat het nieuwe stelsel in de periode 2027-2032 dezelfde opbrengst moet genereren als het huidige systeem. De Raad van State wijst erop dat deze rigide benadering de ruimte voor een zorgvuldige afweging van verschillende belangen belemmert. Er is volgens de Raad behoefte aan een integrale visie op de belasting van vermogen, waarbij rechtmatigheid, uitvoerbaarheid, eenvoud en het behalen van een budgettaire opbrengst centraal moeten staan.
Hoewel het voorstel als rechtvaardiger wordt gepresenteerd, omdat het belasting heft op het werkelijke rendement, heeft de Raad van State kritiek op het feit dat het veel vraagt van belastingplichtigen. In haar advies stelt de Raad alternatieve denkrichtingen voor, waaronder de mogelijkheid om een forfaitair stelsel of een vermogenswinstbelasting te overwegen, en adviseert de regering de voor- en nadelen van verschillende opties zorgvuldig af te wegen.
In reactie op het advies benadrukt het ministerie van Financiën dat het ideale belastingstelsel niet bestaat en dat het kabinet het advies zorgvuldig zal bestuderen. Het kabinet belooft later uitgebreider in te gaan op de bevindingen van de Raad van State.