RTL Nieuws moet inzicht krijgen in alle advocaatkosten die zijn gemaakt voor politieverdachten en -getuigen in de zaak van de in 2015 overleden Mitch Henriquez. Dit heeft de Raad van State woensdag bepaald. Het gaat specifiek om de advocaatkosten in de periode van februari 2016 tot en met mei 2018.
RTL vorderde inzage in alle kosten voor de rechtsbijstand van advocaten aan de politieagenten die werden verdacht van betrokkenheid bij Henriquez’ dood. Hij overleed in 2015, kort na zijn hardhandige aanhouding tijdens een festival in het Zuiderpark in Den Haag. Het Gerechtshof veroordeelde in juni 2019 een agent die Henriquez in een nekklem nam tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. Een tweede betrokken agent werd in hoger beroep vrijgesproken.
In maart 2018 wees de rechtbank Midden-Nederland de vordering van RTL toe: de korpschef van de politie moest de advocaatkosten voor de bijstand aan de politieagenten openbaar maken. De rechter oordeelde dat ‘het belang van openbaarheid voorop staat […]: het staat eiseres (RTL Nederland, red.) vrij om het totaalbedrag onder de aandacht van het publiek te brengen, zich daar over uit te laten en er al dan niet conclusies aan te verbinden.”
Geheimhoudingsplicht vs. Wob
De Raad van State heeft nu een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland uit mei 2019 bekrachtigd, waarin de bezwaren van advocatenkantoor Sjöcrona Van Stigt ongegrond werden verklaard. Naast de politie heeft ook het kantoor zich altijd tegen openbaarmaking van zijn declaraties verzet. De geheimhoudingsplicht inzake deze kosten zou zwaarder moeten wegen dan de regels in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) waar RTL een beroep op deed, aldus het kantoor.
In haar beoordeling verhoudt de Raad van State artikel 11a van de Advocatenwet – over de geheimhoudingsplicht van de advocaat – tot de Wob. En dan moet de geheimhouding het in dit kader toch afleggen tegen openbaarmaking. ‘Artikel 11a van de Advocatenwet regelt niet in welke gevallen onder de geheimhoudingsplicht vallende informatie mag worden verstrekt, waarmee de Afdeling in het bijzonder doelt op de verstrekking door een bestuursorgaan. Derhalve bevat deze bepaling geen bijzondere openbaarmakingsregeling met een uitputtend karakter.’
Zodoende staat de geheimhoudingsplicht van het advocatenkantoor ‘er niet aan in de weg dat de Wob van toepassing is op de stukken die [appellante] heeft opgesteld en aan de korpschef heeft verzonden,’ concludeert de Raad van State.
Begin 2018 werd overigens wel via een arrest bekend dat Sjöcrona Van Stigt – in een andere mishandelingszaak met een politieagent als verdachte – alleen al 144.636,52 euro had gedeclareerd voor de rechtsbijstand aan deze ene agent. De hoogte van deze kosten leidde tot veel verontwaardiging bij collega-strafrechtadvocaten.
Klik hier voor de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.