De Raad van State stelt het te betreuren dat zij té laat is teruggekomen van de strenge lijn in uitspraken over kinderopvangtoeslagen. Dit staat in het reflectierapport van de afdeling bestuursrechtspraak dat vorige week vrijdag is gepubliceerd.
De afdeling heeft de afgelopen maanden haar rol onderzocht in de toeslagenaffaire. Dit op verzoek van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag en onder begeleiding van een externe en onafhankelijke commissie onder leiding van professor Henk Kummeling, rector magnificus van de Universiteit Utrecht. Het onderzoek resulteerde in het gepubliceerde reflectierapport.
‘Alles-of-niets’-lijn
Daarin staat onder andere dat de afdeling van 2011 tot oktober 2019 de ‘alles-of-niets’-lijn hanteerde. Door deze strikte methode moesten ouders die slechts een klein deel van hun voorschot niet konden verantwoorden, ook het hele bedrag terugbetalen. ‘Niet passend’, aldus de afdeling, want dit leidde tot de inmiddels alom bekende ‘knellende situaties’.
Bart Jan van Ettekoven, voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak: “We hadden de strenge lijn eerder kunnen en moeten wijzigen. We hebben daarmee geworsteld, halve maatregelen genomen en niet doorgepakt. Ouders die in de problemen zijn gekomen omdat wij te lang de strenge lijn hebben toegepast, bieden wij onze excuses aan. We hadden deze ouders betere rechtsbescherming moeten bieden.”
Lessen voor de toekomst
Naast de conclusie over de strenge lijn, komen nog drie andere belangrijke lessen uit het onderzoek naar voren. De bestuursrechters van de afdeling bestuursrechtspraak moeten bijvoorbeeld kritischer worden op de juistheid en compleetheid van de informatie van een overheidsorgaan. Als er een scheve verhouding is tussen procespartijen, zoals bij de toeslagenaffaire, moet de bestuursrechter de burger de helpende hand bieden, onder andere door actief onderzoek te doen naar de relevante feiten.
Ook blijkt uit de reflectie hoe belangrijk intern debat is, ‘juist als de uitkomst van een rechtspraaklijn in een individueel geval niet overtuigt en onrechtvaardig aanvoelt’. De afdeling bestuursrechtspraak gaat daarom interne tegenspraak stimuleren, ‘maar ook de dialoog met de buitenwereld is van belang om knelpunten in wetgeving en uitvoering tijdig te signaleren’.
Tot slot, de laatste les heeft betrekking op ‘vaste lijnen’ in de rechtspraktijk – zoals de ‘alles-of-niets’-lijn. Belangrijk, volgens de afdeling, maar wanneer wetgeving onduidelijk is, kan beter gekozen worden voor een ‘zaak-voor-zaak’-benadering. En indien lijnen worden uitgezet, moeten deze niet direct worden dichtgetimmerd: ze moeten ruimte laten voor een rechtvaardige uitkomst in het individuele geval. Als toepassing van een wet, of een eerder gekozen strikte lijn, door omstandigheden te streng uitpakt, moet de bestuursrechter kijken of deze hardheid kan worden weggenomen en de lijn zo nodig bijstellen.
Reactie González Pérez
Eva González Pérez, de advocate dankzij wie de toeslagenaffaire werd blootgelegd, heeft inmiddels gereageerd op het rapport. “Het is goed dat de raad kritisch zelfonderzoek heeft gedaan, maar tegelijkertijd staan mijn cliënten nog met lege handen. Bovendien zijn de procedures waarmee ouders te maken hebben wederom op wantrouwen gebaseerd”, stelt ze tegenover het ANP. Ook de advocate vindt dat de raad de strenge lijn eerder had moeten en kunnen wijzigen, en “geen oor heeft gehad” voor de rechtsbescherming in het algemeen en voor de privéomstandigheden van cliënten.
“De Belastingdienst heeft inderdaad mensen misleid, maar dat doet niet af aan het verzaken door de Raad van State zelf. De hoogste bestuursrechter heeft daar immers zelf een verantwoordelijkheid. Die opgedragen taak heeft de raad laten liggen”, aldus González Pérez.