
De Raad van Europa heeft een internationale verdrag aangenomen die tot doel heeft het advocatenberoep te beschermen. Het verdrag ter Bescherming van het Advocatenberoep is de eerste in zijn soort en komt voort uit toenemende meldingen van bedreigingen, intimidatie en belemmeringen waarmee advocaten worden geconfronteerd bij de uitoefening van hun beroep.
De Raad van Europa heeft een internationaal verdrag aangenomen dat tot doel heeft het advocatenberoep te beschermen. Het Verdrag ter Bescherming van het Advocatenberoep is de eerste in zijn soort en komt voort uit toenemende meldingen van bedreigingen, intimidatie en belemmeringen waarmee advocaten worden geconfronteerd bij de uitoefening van hun beroep. Dit varieert van fysieke aanvallen tot obstakels bij het vertegenwoordigen van cliënten. Het document benadrukt de noodzaak van een veilige en onafhankelijke uitoefening van het beroep.
Het nieuwe verdrag omvat richtlijnen voor het recht om het beroep uit te oefenen, professionele rechten, vrijheid van meningsuiting en disciplinaire kwesties. Er zijn ook specifieke beschermende maatregelen opgenomen, zoals het garanderen dat advocaten hun werkzaamheden kunnen verrichten zonder te worden blootgesteld aan bedreigingen, intimidatie of onwettige bemoeienis. Staten worden verplicht om effectief onderzoek te doen in gevallen waarin deze omstandigheden mogelijk strafbare feiten opleveren. Daarnaast dienen beroepsorganisaties onafhankelijk en zelfregulerend te kunnen opereren om de belangen van advocaten te behartigen.
Ondertekening en monitoring
De officiële ondertekening van het verdrag vindt plaats op 13 mei, tijdens de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de Raad van Europa in Luxemburg. Voor de inwerkingtreding van het verdrag is ratificatie door minimaal acht landen nodig, waarvan zes lidstaten van de Raad van Europa. Zodra deze voorwaarde is vervuld, zal de naleving van het verdrag worden bewaakt door een deskundigengroep en een comité van de partijen.