Advocatenkantoren zouden de term ‘professional support lawyer’ voor niet-advocaten moeten vermijden. De benaming kan ‘misleidend en verwarrend’ zijn voor cliënten, aldus een opmerkelijke uitspraak van de Haagse Raad van Discipline van maandag.
De uitspraak volgt op een bezwaar van de Oost-Brabantse deken Schnitzler. Hij stapte in december, samen met het Brabantse advocatenkantoor Van Iersel Luchtman, naar de tuchtrechter met de vraag of de aanduiding professional support lawyer voor juridisch medewerkers misleidend is. Hierbij dienden deken en kantoor gezamenlijk het bezwaar en een verweer in, omdat zij – vooropgesteld – beiden duidelijkheid willen over deze kwestie.
Uiteindelijk boog de Haagse tuchtrechter zich over de kwestie, omdat een partner van Van Iersel Luchtman lid is van de Raad van Discipline in Den Bosch.
Wijdverbreide term
De uitspraak van maandag heeft mogelijk gevolgen voor de gehele advocatuur. De term professional support lawyer is immers wijdverbreid binnen advocatenkantoren. Zo ook bij Van Iersel Luchtman, dat zulke medewerkers in dienst heeft, zonder dat zij advocaat zijn.
Deze professional support lawyers worden als zodanig gepresenteerd naar de buitenwereld toe én op de website van het Brabantse kantoor, op de pagina ‘Advocaten’. Daarnaast stelt Van Iersel Luchtman op de Engelstalige versie van zijn website de reguliere advocaten voor als ‘lawyer’, direct naast de medewerkers die als professional support lawyers worden aangeduid.
Dit is misleidend, stelt deken Schnitzler in zijn bezwaar. Want hoewel de rechtstreekse vertaling van het Engelse lawyer jurist is, is Schnitzler van mening dat ‘het publiek bij het gebruik van de term “lawyer” direct zal denken aan het Nederlandse begrip “advocaat”’. De indeling van de website van Van Iersel Luchtman draagt hieraan bij, vindt hij.
Een bediscussieerde betekenis
Van Iersel Luchtman verweert zich hiertegen: volgens het kantoor is het Nederlandse woord jurist de meest voor de hand liggende vertaling voor lawyer en kan niet worden aangenomen dat ‘het in aanmerking komende publiek’ de term direct zal associëren met de Nederlandse functie van advocaat. Daarnaast zou de samenstelling met de woorden ‘professional support’ deze associatie nog meer ontkrachten.
Verder zou de externe profilering als professional support lawyer, op de website en naar de markt toe, juist verwarring en misleiding voorkomen. Het laat zien dat de functie afwijkt van die van advocaat. Tot slot wijst het Brabantse kantoor op de inburgering van de term: hierdoor is van verwarring en misleiding geen sprake.
Gegrond dekenbezwaar
De Raad van Discipline kiest echter de kant van de deken: de daadwerkelijke vertaling doet er niet toe, het gaat erom welke betekenis de cliënten aan de term verbinden. Aangezien de clientèle van Van Iersel Luchtman bijna volledig Nederlands is, concludeert de Raad daarom dat de functie van lawyer in Nederland kan duiden op veel verschillende juridische functies, waaronder die van advocaat.
Verwarrend en misleidend noemt de raad het dan ook als met het woord lawyer medewerkers worden aangeduid die geen advocaat zijn. Een samenstelling met professional support doet daar niet aan af. En ook een vermeende inburgering van de term in de advocatuur niet. De raad oordeelt dan ook dat advocatenkantoren het gebruik van het woord lawyer voor niet-advocaten moeten vermijden. Zowel op hun websites als in andere uitingen.
Een gegrond dekenbezwaar dus. Toch ziet de raad af van een maatregel omdat de deken en Van Iersel Luchtman gezamenlijk naar hen zijn toegestapt. Wel wordt ervan uitgegaan dat het Brabantse kantoor de term niet meer zal hanteren.
Geen directe gevolgen
De uitspraak heeft vooralsnog geen directe gevolgen voor andere advocatenkantoren die de term professional support lawyer gebruiken, stelt de woordvoerster van de Raden van Discipline: “De beslissing gaat alleen over het beklaagde advocatenkantoor. De raad kan geen regels stellen die voor andere advocatenkantoren gelden. Of deze beslissing dus gevolgen heeft voor andere advocatenkantoren die de term hanteren voor juridisch medewerkers, zal door de advocatuur zelf beantwoord moeten worden.”
Ook de gevolgen voor Van Iersel Luchtman zijn nog niet zonneklaar. Managing partner Boudewijn Cremers spreekt over een principiële zaak. “Hoewel je over het oordeel van de raad van mening kunt verschillen, is het in ieder geval een duidelijke uitspraak,” stelt hij. “Verder hebben wij ter zitting gevraagd om kaders als de tuchtrechter van mening is dat het gebruik van die term niet door de beugel kan. De raad heeft dat in ieder geval gedaan. We zullen ons nog verder beraden op een eventueel beroep.”