Het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand is in balans. Er is geen sprake van grote knelpunten. Wel wordt er steeds vaker een beroep gedaan op gesubsidieerde rechtsbijstand via het Juridisch Loket, een advocaat of een mediator. Dat concludeert de Raad voor de Rechtsbijstand naar aanleiding van de vandaag verschenen Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2008.
In 2008 werden er 422.530 toevoegingen afgegeven aan advocaten en mediators voor het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand. Ten opzichte van het jaar 2000 is het aantal toevoegingen met 44% gestegen. Het aantal straftoevoegingen is het meest gestegen.
Door een koppeling met gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het mogelijk geworden om van de gebruikers van het stelsel een aantal achtergrondkenmerken in kaart te brengen. Vooral eenoudergezinnen, uitkeringsgerechtigden en niet-westerse allochtonen komen in aanmerking voor een toevoeging. Met behulp van bevolkingsstatistieken van het CBS, die betrekking hebben op inkomen en gezinssamenstelling, is berekend dat 39% van de Nederlandse bevolking aanspraak kan maken op gesubsidieerde rechtsbijstand.
Het aantal rechtsbijstandverleners binnen het stelsel blijft redelijk constant. In 2008 verleenden ruim 7.100 advocaten gesubsidieerde rechtsbijstand, iets meer dan het jaar ervoor. Dit is 44% van de advocaten die bij de Nederlandse Orde van Advocaten staan ingeschreven.
Ook is het aantal verwijzingen naar mediation vanuit het Juridisch Loket verder gestegen. Het aantal toevoegingen dat aan mediators werd verstrekt nam toe. Dit neemt niet weg dat het gebruik van mediation ten opzichte van het gebruik van rechtsbijstand verleend door advocaten, nog relatief beperkt is.
Het aantal loketklanten is in 2008 eveneens gestegen. In 2008 maakten ruim 644.000 klanten gebruik van het Juridisch Loket, tegenover bijna 600.000 in 2007.