Dit jaar viert de Porsche 911 zijn 60e verjaardag. Zestig. Om die mijlpaal luister bij te zetten, kreeg de moeder aller sportwagens een facelift. Advocatie reed met de instapversie Carrera.
Zestig jaar historie valt onmogelijk in een paar regels samen te vatten, dus we houden het beperkt. In 1963 werd de auto aan het publiek voorgesteld onder de naam 901. Maar omdat Peugeot daar bezwaar tegen maakte (de Fransen claimden het alleenrecht te hebben op driecijferige modelaanduidingen met een nul in het midden), kwam hij in 1964 als 911 op de markt.
Volgens Porsches eigen geschiedschrijving werd het kenmerkende uiterlijk getekend door Ferdinand Alexander ‘Butzi’ Porsche, de kleinzoon van de oprichter, maar bij die bewering vallen de nodige vraagtekens te plaatsen. Wat daar verder ook van zij, technisch leunde de nieuweling zwaar op zijn voorganger, de in 1948 geïntroduceerde Porsche 356. Die op zijn beurt weer voortborduurde op de door Ferdinand Porsche ontworpen VW Kever, maar dat geheel terzijde.
Mythische status
De eerste 911 had een 130 pk sterke tweeliter luchtgekoelde zescilinder boxermotor achter de achteras. Voor die tijd geen ongebruikelijke configuratie (NSU, Simca, Renault, Fiat en Volkswagen, om er maar eens een paar te noemen, waren ook lid van de ‘alles achterin’-club), maar bij de 911 zorgde het – om allerlei redenen – op hoge snelheid voor een tamelijk avontuurlijk weggedrag. Eigenaren werden met ontzag bekeken, want als je een 911 in bedwang kon houden, dan móest je wel een mannetjesputter van formaat zijn. Dat het in de praktijk allemaal zo’n vaart niet liep, weerhield de 911 er niet van een welhaast mythische status te verwerven.
De rest is geschiedenis, zoals dat heet. Porsche sleep het concept steeds verder fijn, haalde alle angels eruit, schrok er niet voor terug om in dat proces puristen tegen het zere been te schoppen (het verdwijnen van luchtkoeling in 1997 deed hen nog het meeste pijn), maar bleef altijd dicht bij de oorsprong en bouwde de 911 al doende uit tot een waar automobiel icoon.
Tweezitter
En nu is er generatie-zoveel. Type 992.2, zoals hij eigenlijk heet. De uiterlijke veranderingen zijn weinig schokkend, maar kenners zullen de subtiel hertekende bumpers (voor met grotere koelopeningen waardoor de mistlampen het veld moesten ruimen) en de nieuwe koplampen (nu met Taycan-achtige led-elementen) en achterlichten op waarde weten te schatten, evenals het feit dat de luchtroosters in de motorkap voortaan op de achterruit aansluiten.
In het interieur springen twee veranderingen in het oog die verstokte 911-fundamentalisten een doorn in het oog zullen zijn. De centrale analoge toerenteller is verdwenen. Daarvoor in de plaats kwam een 12,6-inch digitaal scherm, waarop van alles en nog wat te projecteren valt. Ter geruststelling: tot de mogelijkheden behoort ook de weergave van een klassieke 911-klokkenwinkel. Verder is er nu voor het eerst een heuse startknop. Links naast het stuur, zoals de historie voorschrijft, maar de permanente ‘contactsleutel’ is niet meer.
“De zescilinder huilt onder vollast als een woedend strijkorkest, maar heeft voldoende koppel en beschaving om je in alle rust onder te dompelen in de anonimiteit van het dagelijks woon/werkverkeer”
De nieuwe 911 is nu ook officieel een tweezitter, want hij wordt af-fabriek zonder achterbank geleverd. Dat is lekker racy, maar de echte reden is natuurlijk dat je er toch niks aan had, omdat niemand achterin past. En dus gebruikte iedereen de ruimte achter de voorstoelen als extra bagageruimte. Min of meer noodgedwongen, omdat de kofferbak – met een inhoud van 135 liter – lachwekkend klein is. Mocht je er echter een punt van maken, dan monteert Porsche zonder meerprijs zitmeubilair achterin jouw 911.
Carrera
Wij reden met de instapper Carrera*. Die achterwielaandrijver heeft nog altijd een 3.0 zescilinder bi-turbo boxermotor, maar nu voorzien van de turbo’s van de vorige GTS en de intercooler van de uitgaande 911 Turbo, die nu boven de motor direct onder het rooster van de achterklep is geplaatst. Geen fancy hybridetechniek (zoals de nieuwe GTS wél kreeg – over vloeken in de kerk gesproken), maar gewoon ouderwets 100% benzine. Het vermogen steeg naar 394 pk, goed voor de sprint van 0 naar 100 km/u in 4,1 seconden (3,9 met het optionele Sport Chrono Pakket) en een topsnelheid van 294 km/u. Een achttraps automaat met dubbele koppeling (PDK) is standaard, een handbak is niet leverbaar.
Archetype
Anno 2024 is de Porsche 911 welhaast het archetype sportwagen. En als zodanig in alles een tegenpool van waar de auto-industrie zich naartoe beweegt. ‘Honderd procent elektrisch’ is het mantra waar fabrikanten heden ten dage vol overtuiging naar leven, met volkomen inwisselbare auto’s tot gevolg: zinloos snel, krankzinnig zwaar, overbodig groot en voor de rest vooral ziel- en levenloos. ‘Karakter’ is het afgelopen decennium volledig geëlimineerd, om over rijplezier nog maar te zwijgen.
De enkeling die aan die eigenschappen wél waarde hecht, weet dat je echt geen duizend pk nodig hebt om plezier te beleven aan het geïnspireerd en vakkundig besturen van een automobiel. Dat gewicht iets anders inhoudt dan de maatstaf om de wegenbelasting te berekenen. Dat geluid een niet te onderschatten factor is, evenals een intuïtief samenspel tussen handen en voeten.
Voor die laatsten der Mohikanen is de 911 Carrera als water voor een dorstige woestijnnomade. De zitpositie is ronduit perfect, de zescilinder huilt onder vollast als een woedend strijkorkest, maar heeft voldoende koppel en beschaving om je in alle rust onder te dompelen in de anonimiteit van het dagelijks woon/werkverkeer. Zijn 394 pk volstaan ruimschoots om alle onverwachte stuurmomenten te volle te kunnen savoureren. Zijn reacties zijn bliksemsnel, zijn grenzen liggen verder weg dan je ooit op de openbare weg zult ervaren, en zijn stuurgevoel is goudeerlijk en tot op de millimeter precies. Zijn – naar huidige maatstaven – lage gewicht (1.520 kg) speelt bij dat alles een niet te onderschatten rol.
Less is more
In de kleine week dat wij de 911 Carrera de onze mochten noemen, hebben we hem op geen enkele omissie kunnen betrappen. Een toonbeeld van doorwrochte en doordachte techniek, grenzend aan perfectie. Natuurlijk gaat het hier om de goedkoopste 911-uitvoering. Voor wie exorbitant spoilerwerk, vierwielaandrijving en/of minstens het dubbele vermogen niet-onderhandelbare eisen zijn, hoeft bij Porsche niet ver te zoeken. Het 911-programma biedt voor elk wat wils, al dan niet in cabrioletvorm. Wij begrijpen het echter volledig als je valt voor de ‘simpele’ Carrera. Eenvoud als kenmerk van het ware. Less is more.
De Porsche 911 Carrera is verkrijgbaar vanaf 186.835 euro. Zonder extra’s. Onze testauto had voor een kleine 50 mille aan opties aan boord, dus weet waar je aan begint als je de configurator opstart.
* De naam Carrera (Spaans voor ‘race’) werd door Porsche voor het eerst in 1955 gebruikt, ter herinnering aan de twee jaar daarvoor behaalde overwinning in de Carrera Panamericana, een vijf dagen durende race over de Pan-American Highway in Mexico.