Hij heeft het zien gebeuren: advocaten die alle juridische wapens in de strijd gooiden en die zich suf procedeerden, terwijl ze niet eens precies wisten wat de financiële waarde was van het voorwerp van het juridische geschil. “In dit geval – het ging om de waarde van de voorraden van een gefailleerde en stilgelegde fabriek – was er sprake van een brandbreedte van 1 tot 10 miljoen euro. Het is toch te gek voor woorden dat het financiële belang niet goed wordt uitgezocht voordat partijen aan allerlei kostbare procedures beginnen?”
Gedegen feitenonderzoek, daar ontbreekt het nogal eens aan in Nederland, stelt Schimmel. Er ontstaat ophef over een kwestie – dat kan van alles zijn: de declaraties van een bestuurder, fout gelopen investeringen van een corporatie of provinciebestuur, een beschuldiging van corruptie, ontslag van een hoge ambtenaar vanwege een op zijn of haar afdeling bestaande angstcultuur – en vervolgens komt er een rapport van een onderzoeker met allerlei kwalificaties, oordelen en opinies. Er wordt vaak geen hoor en wederhoor toegepast, omdat het voorwerp van het onderzoek dan wetenschap krijgt van zaken die hij of zij (nog) niet zou mogen weten.
Met een dergelijk rapport, en de daarin gebezigde kwalificaties, is vaak de toon gezet: de bestuurder, de corporatie of de ambtenaar is ‘fout of stout’. Er komt een dynamiek op gang die niet meer te stoppen is, ook al is er nog geen rechterlijk of bestuurlijk oordeel, en is op basis van alleen de feiten ook een heel ander oordeel mogelijk. De man of vrouw moet weg, opgeruimd staat netjes, hoe het echt zit lijkt niet meer van belang.
Volgens Schimmel moet dat anders en beter. De forensisch accountant pleit voor echt gedegen onderzoek naar de feiten, waarbij hoor en wederhoor een vanzelfsprekendheid is. “Een onderzoeker moet op zoek naar de waarheid: wat is er nou werkelijk gebeurd? Daarvoor moet je alle betrokkenen horen, sporenonderzoek doen en een tijdlijn opzetten. En vervolgens rapporteren zonder daar zelf een oordeel aan te hangen. Evalueren, beoordelen wie gelijk heeft, dat is het terrein van de advocaat, het bestuur of de rechter. Het aanleveren van de naakte feiten, dat is het terrein van de forensisch onderzoeker.”
Dat is een punt van kritiek in de richting van de advocatuur, omdat die zich regelmatig begeeft op het terrein van het feitenonderzoek. Grote advocatenkantoren hebben een afdeling Corporate Investigations. Individuele advocaten treden ook nogal eens op als feitenonderzoeker. Schimmel’s stelling: laat dat over aan de daarvoor opgeleide professionals. “Als er iemand dood gaat, dan haal je er geen juridische belangenvertegenwoordiger bij om de doodsoorzaak vast te stellen, maar een arts. Zo is het ook met serieus feitenonderzoek: laat dat over aan de specialist in waarheidsvinding.”
Een andere praktijk die Schimmel soms stoort: het feitenonderzoek wordt gedaan door een advocatenkantoor, dat op de resultaten van dat onderzoek het verschoningsrecht van toepassing acht, waardoor een wederpartij daar geen kennis van kan nemen. “De rechtbank Den Haag heeft daar overigens onlangs een stokje voor gestoken in de Vestia-zaak. Nu het advocatenkantoor in kwestie zelf had aangegeven dat het een puur feitelijk onderzoeksrapport was en dat er geen sprake was van juridische bevindingen, juridische kwalificaties of juridische conclusies, kon er naar het oordeel van de rechtbank geen beroep worden gedaan op het verschoningsrecht.”
Volgens Schimmel zouden forensisch accountants en advocaten op dit punt meer gaan samenwerken, zonder te vervallen in onderlinge verwijten van landjepik. “Er staan belangen op het spel die ook de advocatuur zouden moeten aanspreken, namelijk een zuiver proces en equality of arms. Door goed feitenonderzoek en hoor en wederhoor, komt de waarheid boven tafel. Als je de waarheid kent, dan kun je betere besluiten nemen. Het is niet wenselijk dat er sprake is van een gebrekkige feitenkennis bij procesdeelnemers.”
Schimmel benadrukt nog eens dat hij uit is op betere samenwerking met de advocatuur. “In mijn optiek zijn we aanvullend, en geen concurrenten. Laat ieder het zijne doen, in het belang van een zuiver proces. Wij ervaren in het algemeen de tussenkomst van die advocaat ook als uiterst nuttig, en adviseren potentiële cliënten daarom meestal eerst een advocaat in te schakelen alvorens met ons verder te praten.”
Grant Thornton is sponsor van de uitreiking van De Stand van de Advocatuur en het Notariaat 2015. Het is de twintigste Stand. De jubileumeditie wordt op 19 maart aanstaande gepresenteerd in Hotel Arena In Amsterdam met een feestelijk programma.