De advocate uit Oldenzaal die begin dit jaar de manier waarop de Raad voor Rechtsbijstand reisafstanden berekent ter discussie stelde bij de Raad van State, heeft geen gelijk gekregen. De rekenmethode van de Raad voor Rechtsbijstand met behulp van de ANWB-routeplanner en aan de hand van postcodes is niet in strijd met de regels, oordeelt de hoogste bestuursrechter.
Voor de berekening van reisafstanden en kilometervergoedingen aan advocaten maakt de Raad voor Rechtsbijstand standaard gebruik van de ANWB-routeplanner. En die deugt volgens de advocate niet: de planner zou op basis van het gebruik van postcodes te grote afwijkingen vertonen ten opzichte van haar daadwerkelijk gereden route van haar kantoor naar de rechtbank in Almelo.
Volgens haar is dit 60 kilometer heen en terug, terwijl de Raad voor Rechtsbijstand uitkomt op 53 kilometer. De raad rekent dan ook op basis van postcodes, niet volgens de afstand van deur tot deur. Dat pakt slecht uit voor de advocate, die volgens de berekening van de raad zodoende net niet in aanmerking komt voor een reisvergoeding.
Volgens de Raad van State voldoet de rekenmethode door de Raad voor Rechtsbijstand aan alle geldende criteria, ook als er met postcodes in plaats van werkelijke afstanden wordt gerekend. Bovendien blijkt ‘uit de wet noch uit het Besluit Vergoedingen Rechtsbijstand 2000 dat de werkelijk gereden kilometers vergoed moeten worden’, zoals de advocate had betoogd.
De Raad van State verklaart haar hoger beroep daarom ongegrond.