De Orde van Advocaten maakt zich zorgen over de rechtsbescherming in coronatijd. Volgens de NOvA signaleren advocaten dat vertrouwelijke communicatie tussen advocaat en gedetineerde cliënten soms onderdruk staat en dat cliënten in PI’s en AZC’s niet altijd veilig kunnen worden bezocht.
De orde uit deze ongerustheid naar aanleiding van de verlenging van de coronamaatregelen in de gehele justitie- en veiligheidsketen, zoals eind vorige week toegelicht door de ministers Grapperhaus en Dekker in de Tweede Kamer. Ook zijn er zorgen over het feit dat het tele- of videohoren met een verdachte in detentie vanwege capaciteitsgebrek veelal is beperkt tot maximaal 45 minuten. Na drie kwartier is het in de praktijk vaak de beurt aan een andere gedetineerde die verbinding moet maken met de rechtbank.
De NOvA belooft deze signalen afkomstig van advocaten ter sprake te zullen brengen in het overleg met de Rechtspraak, het OM, politie en de Dienst Justitiële Inrichtingen, ‘opdat een collectieve inspanning tot verbetering leidt’. Ook blijft de Orde er op aan dringen dat de inroostering van zaken altijd in overleg met de betrokken advocaten plaatsvindt, ook buiten kantoortijd.
Minister Dekker heeft verder vorige week laten doorschemeren dat hij bereid is aanvullende financiële maatregelen te treffen voor de noodlijdende sociale advocatuur, al zijn die nog niet concreet. De huidige maatregelen bestaan vooralsnog vooral uit voorschotten die op een later moment moeten worden terugbetaald.
In de komende weken zullen uit cijfers van de Raad voor Rechtsbijstand ‘de negatieve financiële effecten van de sluiting van rechtbanken en uitvoeringsinstanties voor de sociale advocatuur pas goed zichtbaar worden’, aldus de NOvA.