Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep tegen een deel van de uitspraak van de Oost-Brabantse kortgedingrechter over het schenden van het verschoningsrecht van vier Stibbe-advocaten. Het OM voorziet onder meer ‘praktische uitvoeringsproblemen’ door het vonnis.
In een door Stibbe-advocaten aangespannen kort geding oordeelde de voorzieningenrechter in Den Bosch op 22 maart dat de Staat onrechtmatig had gehandeld door e-mails tussen de advocaten en een cliënt in te zien. Hoewel het OM in een persbericht stelt het ‘te betreuren dat het OM het verschoningsrecht onvoldoende heeft gewaarborgd’ in het strafrechtelijk onderzoek naar Stibbe-cliënt Box Consultants, volgt er wel hoger beroep tegen een deel van het vonnis, ‘ten behoeve van de rechtspraktijk en de rechtsvorming’.
Zo heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het OM, als op het moment van het vorderen van e-mails al duidelijkheid is over de betrokkenheid van een advocaat, de mailprovider vooraf moet vragen om eventuele correspondentie met advocaten te verwijderen uit de e-mailboxen van verdachten. Het OM ziet op dit punt zowel ‘juridische bezwaren’ als ‘praktische uitvoeringsproblemen’.
Verder vindt het OM dat het vonnis vragen oproept over in bepaalde situaties te volgen procedures bij de (straf)rechter. Door hoger beroep in te stellen tegen Stibbe, ‘kunnen deze en nog enkele andere vragen worden beantwoord, met als doel het krijgen van helderheid voor de (rechts)praktijk’.
In de dagvaarding van Stibbe en tijdens de behandeling van het kort geding kwam naar voren hoe het OM in sommige gevallen geheimhoudersinformatie zou filteren met behulp van speciaal hiermee belaste functionarissen en een eigen ‘handleiding’. Volgens de Stibbe-advocaten was hun verschoningsrecht ruim 3.000 keer geschonden, nadat het OM talloze mails van hun cliënt Box Consultants had gevorderd, inclusief correspondentie met de advocaten.
Het OM geeft aan de laatste hand te leggen aan een ‘geactualiseerde aanwijzing’ waarin de werkwijze van het OM bij verschoningsgerechtigde stukken staat beschreven. Het OM stelt hierbij te overleggen met de betrokken beroepsorganisaties, waaronder de Nederlandse Orde van Advocaten en de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. Deze vernieuwde handleiding wordt openbaar en gepubliceerd op Om.nl, zo wordt plechtig beloofd.