De enige studie gerechtsgeleerdheid die overwegend positief beoordeeld wordt door studenten, is die van de Open Universiteit. Dat blijkt uit de Keuzegids Universiteiten 2016, die begin november werd gepubliceerd. De helft van de Nederlandse rechtenfaculteiten scoort onder studenten onder het gemiddelde, waarbij die van de UvA als het zwakst wordt ervaren.
De Open Universiteit wordt door de gids omschreven als ‘een speciaal geval, maar toch is het knap dat ze zoveel studenten enthousiast weten te krijgen’. Bij de Open Universiteit is het mogelijk om losse vakken volgen. Wie de hele bachelor wil doen, krijgt een breed en grotendeels vastgelegd programma, met naast tentamens ook opdrachten tot juridische essays. De OU geeft veel onderwijs via een virtual classroom, maar houdt ook regionale begeleidingsbijeenkomsten. Tegen het einde van de studie mogen studenten zich bewijzen tijdens een pleitbijeenkomst.
Verder scoort de Radboud Universiteit in Nijmegen behoorlijk goed; het studieprogramma en de docenten oogsten hier meer waardering dan elders en het aantal contacturen is bovengemiddeld goed. Succescijfers over het eerste jaar geeft de Radboud Universiteit echter niet. Verder komende opleidingen in Groningen – vooruit gegaan ten opzichte van twee jaar geleden – en Tilburg vrij sterk uit de bus, terwijl de Erasmus School of Law in Rotterdam een goede optie kan zijn vanwege het vernieuwende onderwijs.
UvA: veel afhakers
De rechtenstudie aan de UvA scoort voor het derde jaar op rij het slechtst. Gezien het grote aantal afhakers in het eerste jaar, is er hier nog veel te verbeteren, schrijft de Keuzegids. De VU in Amsterdam kreeg twee jaar terug nog veel kritiek, maar doet nu niet veel meer onder voor de opleiding in Utrecht. Een matige waardering voor Leiden en Maastricht is nieuw. Leidse studenten hebben deze keer meer kritiek op het vaardigheidsonderwijs en in Maastricht is de waardering voor het programma, de docenten en de wetenschappelijke vorming afgenomen.
Het is niet opmerkelijk dat de rechtenopleidingen over de hele linie vrij matig scoren in de Keuzegids; de redactie geeft aan dat dit al jaren zo is. ‘Dat ligt deels aan de studenten, die soms meer voor het studentenleven komen dan voor het vak,’ zo staat in de gids. Maar het heeft ook te maken met de studie zelf: breed, met veel zelfstudie en weinig contacturen. Je krijgt de eerste jaren weinig kans om geïnspireerd te raken door echte juridische specialisten’.
Naast de beoordelingen geeft de Keuzegids aan aanstaande studenten wat omschrijvingen mee van de sfeer binnen de verschillende faculteiten. Zo wordt de sfeer in Tilburg of Rotterdam als iets zakelijker omschreven, omdat de nadruk hier meer ligt op ondernemingsrecht. De Universiteit van Maastricht bood tot voor kort het meest vernieuwende onderwijs, maar dit stokje is overgenomen door Rotterdam. Het onderwijs is hier tegenwoordig probleem gestuurd, zodat studenten zelf actief met casussen aan de slag moeten.
Verder weet de Keuzegids: ‘in Leiden haast lid van het studentencorps zijn om mee te tellen, terwijl bij de VU een groter deel van de studenten nog bij hun ouders thuis woont en het bier zuipen aan anderen overlaat. De UvA lijkt weer meer op Leiden, maar je vindt hier wat meer linkse types met interesse voor strafrecht en mensenrecht.’
De Keuzegids Universiteiten 2016 is hier te bestellen.