Het College van Toezicht Advocatuur (CvT) wil een onafhankelijke, landelijke toezichthouder voor advocaten. Lokale dekens zullen hierdoor hun toezichtstaak grotendeels verliezen.
Het CvT wil met een landelijke toezichthouder de sector beter kunnen controleren. De plannen voor zo’n toezichthouder raakten in een stroomversnelling door incidenten als de miljoenenfraude bij Pels Rijcken, gepleegd werd door wijlen Frank Oranje, oud-bestuursvoorzitter van – en notaris bij – het kantoor.
Het lokale toezicht schoot destijds tekort, concludeerde het CvT eerder. Het onderzoek dat de voormalige Haagse deken Van Rijn uitvoerde naar Pels Rijcken, was onvoldoende onafhankelijk en op een cruciaal punt – naleving van de Wwft – onvolledig. Van Rijn was oud-partner van Pels Rijcken.
Einde zelftoezicht
De elf lokale dekens waren tot dusver eindverantwoordelijk voor het toezicht op advocaten. Het college wil nu dat een nieuwe, nationale toezichthouder advocaten en kantoren onafhankelijker controleert, met voldoende afstand tot de advocatuur. Lokale dekens blijven bestaan, maar leveren hun toezichtstaak grotendeels in. Indien de plannen doorgang vinden, betekent dit het einde voor het zelftoezicht door advocaten.
In de plannen van het CvT hebben de dekens kortom geen directe rol bij het toezicht. De nieuwe toezichthouder moet ‘een professioneel bestuur’ krijgen, waarbij ruimte is voor ‘de blik van buiten’, zo stelt het college in zijn derde voortgangsrapportage versterking toezicht advocatuur. Mensen van buiten de beroepsgroep voorkomen belangenverstrengeling.
‘Duidelijke of gezonde governance betekent dat er voldoende afstand moet zijn van de politiek, maar ook van de beroepsgroep zelf. Het gevaar van ‘verkleving’ (regulatory capture) is namelijk zo oud als de weg naar Rome en dient waar mogelijk te worden vermeden,’ aldus het rapport.
Knopen doorhakken
Ook minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, deelde eerder dit jaar zijn zorgen over hoe de huidige rollen van de lokale dekens de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken. In navolging van zijn voorganger Sander Dekker pleitte hij voor één centrale toezichthouder op advocaten.
Weerwind gaf toen tevens aan dat er gesprekken waren met de NOvA over de vraag ‘of het niet verstandiger is om het toezicht wat verder weg van de deken te organiseren’. De minister sprak de verwachting uit de Tweede Kamer dit voorjaar te informeren over de uitkomsten van deze gesprekken.
De voorzitter van het college, Jeroen Kremers, vindt eveneens dat het tijd is ‘om knopen door te hakken’, zo stelt hij tegenover het FD. Wel vindt hij dat er aandacht moet blijven voor ‘de lokale inbedding’ van het toezicht, waarbij het noodzakelijk is om de precieze taakverdeling helder te krijgen. De dekens zelf uitten eerder kritiek op de plannen voor een centraal ingericht toezicht op advocaten.