Claire neemt geen werkplek in op kantoor, luncht niet mee, maar heeft wel een eigen LinkedIn-pagina. Claire ‘werkt’ sinds deze week bij Van Riel & Feyli Advocaten in Oisterwijk, als de eerste virtuele vrouwelijke juriste in de Nederlandse advocatuur, zo claimt het twee advocaten tellende kantoor. Claire moet weliswaar nog veel leren, maar het begin – flexcontracten checken – is er.
Door Joris Rietbroek
“Advocaten en juristen vinden zichzelf veelal onmisbaar, maar ze realiseren zich soms onvoldoende dat hun denkwerk in de toekomst voor een deel zal worden overgenomen door robots cq. slimme computers met zeer rijke databanken,” aldus het kantoor in een persbericht. “In plaats van dat een advocaat uren zit te ploeteren op een dik contract, is Claire straks binnen no time in staat alle relevante punten uit het contract te destilleren en onderlinge verbanden te leggen. Dat gaat verder dan enkel een chatbot zijn.”
Dus wordt Claire – ‘ze is geen software’ – door Van Riel & Feyli Advocaten nadrukkelijk gepresenteerd als een werkneemster van het kantoor, zij het een virtuele. Een ‘avatar’ als jurist, die zich voor nu uitsluitend richt op het doorlichten van contracten in de flexbranche. De robot checkt contracten tussen bijvoorbeeld opdrachtgevers en recruitment-, uitzend- of payrollbureaus en vertaalt de kansen en risico’s naar enkele infographics en een korte uitleg, op hooguit twee A4’tjes.
Advocaten Sander van Riel en Hendarin Feyli deden zelf al legal reviews van contracten voor onder meer werving- en selectiebureaus, totdat het idee ontstond dat dit toch geautomatiseerd moest kunnen. Vanuit die gedachte creëerden Feyli en Van Riel advocaatrobot Claire. Zij dachten een juridische kader voor flexcontracten uit, op basis waarvan Claire zelfstandig de contracten controleert op risico’s. Met behulp van een marketingbureau kreeg Claire haar identiteit en retro look aangemeten, voor uitingen via haar eigen website en Twitter- en LinkedIn-accounts.
Met hulp van Claire wil Van Riel & Feyli niet alleen cliënten voordeliger kunnen bedienen aan de hand van enkele abonnementsvormen, ook willen de advocaten een signaal afgeven aan de eigen beroepsgroep. “De advocatuur kijkt nog onvoldoende naar de mogelijkheden die data science en de high tech industrie bieden, terwijl we juist de samenwerking zouden moeten zoeken,” vindt Feyli. “We hoeven niet bang te zijn voor zulke technologische ontwikkelingen; ze stellen ons als advocaten juist in staat om te focussen op de echt complexe zaken.”
Zij is daarom zelf in gesprek met meerdere externe partijen met de bedoeling Claire door te ontwikkelen, al ligt de technische basis van de virtuele juriste bij advocaten Feyli en Van Riel zelf. De volgende stap is om haar zelflerend en analytisch denkvermogen te geven, zodat zij binnen contracten zelf verbanden kan leggen. “Het aanpassen van de contracten op basis van Claire’s bevindingen doen we nu nog zelf,” zegt Feyli. “Maar denk aan de mogelijkheden, bijvoorbeeld voor andersoortige contracten of andere rechtsgebieden, als zij zulke verbanden zelf kan leggen. Dan wordt het pas echt interessant.”