Naar aanleiding van een aangifte van meineed en valsheid in geschrifte tegen de “bellende rechter” Westenberg, is de Rijksrecherche een onderzoek gestart in opdracht van de Hoofdofficier van Justitie van het Arrondissementsparket Utrecht. Dat laat het openbaar ministerie vandaag weten in een persbericht.
In oktober 2009 werd deze aangifte gedaan in Den Haag. Met het oog op de onpartijdigheid van de rechtspleging, is de Hoge Raad verzocht een ander parket aan te wijzen om de aangifte in behandeling te nemen. De Hoge Raad heeft hiervoor het arrondissementsparket Utrecht aangewezen, waarna de aangifte is doorgestuurd. De officier van justitie heeft na bestudering van de aangifte besloten dat er onderzoek moet worden gedaan naar mogelijke strafbare feiten. Het onderzoek zal geruime tijd in beslag nemen, aldus het openbaar ministerie.
Rijksrecherche-onderzoeken richten zich primair op opsporingsonderzoeken tegen (semi-) overheidsfunctionarissen (ambtenaren) die verdacht worden van strafbare gedragingen (misdrijven), waarbij de integriteit van de rechtspleging en/of die van het openbaar bestuur (de overheid) in het geding is.