In opdracht van de Raad voor Rechtsbijstand is er onderzoek gedaan naar de arbeidsmarkttekorten in de sociale advocatuur. “Arbeidsmarkttekorten zijn tegenwoordig in bijna elke sector te zien, maar de tekorten die zich op niet al te lange termijn in de sociale advocatuur zullen voordoen zijn bijzonder problematisch,” is een van de conclusies.
Het onderzoek werd, in nauwe samenwerking met de Nederlandse orde van advocaten (NOvA), uitgevoerd door onderzoeksbureau Panteia. Met het onderzoek hoopt de Raad voor Rechtsbijstand aandacht te vragen voor de problemen in de sector, en ervoor te zorgen dat ook in de toekomst het aanbod van sociaal advocaten voldoende blijft om aan de vraag naar gefinancierde rechtsbijstand te blijven voldoen.
De conclusies uit het rapport zijn verontrustend. De sector heeft uiteraard te maken met de arbeidstekorten waar vrijwel iedere sector momenteel mee te kampen heeft, maar de problemen voor de sociale advocatuur zijn complex en niet makkelijk opgelost. “Is de arbeidsmarkt voor sectoren met veel hoger opgeleiden al problematisch, voor de sociale advocatuur liggen er nog grotere tekorten in het verschiet. Aan de ene kant komt dat door de vergrijzing. Veel sociaal advocaten zijn rond de jaren tachtig in het beroep begonnen te werken en houden er binnenkort mee op of zijn al gestopt. En de gemiddelde aankomende sociaal advocaat is na afronding van het VWO nog zo’n tien jaar bezig voordat hij of zij daadwerkelijk als advocaat kan beginnen.”
Beperkt effectief
Conventionele arbeidsmarktmaatregelen die momenteel breed worden ingezet zullen volgens de onderzoekers voor de sociale advocatuur maar beperkt effectief blijken. “Het effect van hogere vergoedingen en daardoor een hoger inkomen zal verreweg het sterkst zijn… Een betere voorlichting aan aankomende studenten, actievere bemoeienis met de universiteiten of zelfs, nog beter, een afzonderlijke studierichting sociale advocatuur met veel aandacht voor de beroepspraktijk hebben mogelijk ook het nodige effect.”
Concrete maatregelen kunnen betekenen dat het uurtarief voor de sociaal advocaten omhoog gaat. Op die manier zullen wellicht meer aankomende advocaten voor de sector kiezen. Zij zijn hard nodig om de vergrijzing te compenseren. “De netto inkomsten in de sociale advocatuur zijn vervolgens lager dan die in de commerciële advocatuur en het bedrijfsleven, maar ook dan die in andere beroepen, zoals medisch specialisten, waarbij een vergelijkbaar lang opleidingstraject nodig is. De forse investering in opleiding in combinatie met relatief lage inkomsten weerhouden potentiële sociaal advocaten ervan om voor het beroep te kiezen.”
Tot slot halen de onderzoekers nog uit naar de overheid en het gebrek aan beleid rondom de kwestie. “Als de overheid het van groot belang vindt dat de rechtsbijstand voor kwetsbare groepen binnen de samenleving op peil blijft, zal ze de positie van de sociale advocatuur en de advocaten moeten verbeteren.”
Lees het volledige rapport hier.