De salarissen van Nederlandse bedrijfsjuristen lopen per ervaringsniveau enorm uiteen. Dat is een van de opvallendste uitkomsten uit het eerste benchmarkonderzoek van kennisnetwerk General Counsel Netherlands (GCN) onder eindverantwoordelijke legal counsel in Nederland. De resultaten van het onderzoek werden vorige week gepubliceerd.
Van de ruim 500 voor het onderzoek benaderde eindverantwoordelijke bedrijfsjuristen nam bijna een kwart deel aan het onderzoek. GCN spreekt van het grootste en meest representatieve onderzoek ooit onder general counsel in Nederland. “Dat zoveel juristen hebben deelgenomen, bewijst dat men meer openstaat voor kennisdeling.”
Als één kwestie in het benchmarkonderzoek de meest gevarieerde antwoorden heeft opgeleverd, dan is het de vraag naar de verdiensten van de Nederlandse legal counsel. Die zijn uiteraard wel mede afhankelijk van de harde dan wel zachte branches waarin de jurist werkzaam is. Salarissen van Junior bedrijfsjuristen (tot 3 jaar ervaring) lopen uiteen tussen 30.000 en ruim 70.000 euro, die van medior bedrijfsjuristen liggen tussen de 40.000 en 120.000 euro.
De ondergrens bij seniors met minimaal 8 jaar werkervaring ligt op 50.000 euro, oplopend tot meer dan 150.000 euro voor een enkeling (1%). De verschillen in bruto jaarsalaris onder de ondervraagde leidinggevenden zijn het grootst: 13% geeft aan 75.000 tot 100.000 euro te verdienen, terwijl 7% jaarlijks meer dan 250.000 euro op de bankrekening krijgt bijgeschreven. “Uiteenlopende branches verklaren voor een deel de inkomensverschillen,” zegt Michiel van Straaten van GCN in een reactie. “Maar toch zijn de verschillen opvallend als je weet dat de legal counsel die deelnamen aan het onderzoek soortgelijke verantwoordelijkheden hebben, zoals leiding geven en het direct adviseren van de CEO.”
Inkoopafdeling vaak buitenspel
Van alle deelnemers aan het onderzoek geeft bijna 40% aan werkzaam te zijn bij een bedrijf dat meer dan een miljard euro omzet per jaar behaalt. De helft van de ondervraagden geeft aan dat de totale juridische kosten bij de onderneming per jaar meer – en soms veel meer – dan 1 miljoen euro bedragen. Verder wijzen de onderzoeksresultaten uit dat de juridische afdelingen van (grote) bedrijven de afgelopen jaren zijn gegroeid en momenteel verder groeien. Circa de helft van de totale juridische kosten bestaat uit interne kosten, de andere helft uit externe juridische kosten; als er tijdelijk behoefte is aan extra capaciteit, worden er in driekwart van de gevallen interim-juristen ingehuurd.
Is het noodzakelijk om de hulp van een advocatenkantoor in te roepen, dan betrekt slechts 14% van de ondervraagden de afdeling Inkoop bij de keuze hierin. Opvallend genoeg schakelen bedrijfsjuristen vooral traditionele advocatenkantoren in, wat zij waarschijnlijk ook de komende twee jaar nog zullen blijven doen. Voor nieuwe spelers als kleinere nichekantoren is nog amper oog. Evaluaties van de samenwerkingen met advocatenkantoren vinden vooral nog plaats door middel van jaarlijkse gesprekken (50%). Met van tevoren met de kantoren afgesproken Key Performance Indicators (KPI’s) zegt slechts 7% van de ondervraagde legal counsel te werken.
Bij het inhuren van advocaten betrekken legal counsel de inkoopafdeling van hun bedrijf overigens maar zelden. “Opvallend”, vindt Van Straaten. “Bijna alles wat binnen een groot bedrijf wordt ingekocht loopt via de afdeling Inkoop; waarom de diensten van advocaten dan niet?”
Meer informatie over het General Counsel NL benchmarkonderzoek 2014 is verkrijgbaar via de website van GCN.