Het Openbaar Ministerie stelt alsnog een nieuw onderzoek in naar mogelijk seksueel misbruik door Joris Demmink, voormalig topambtenaar van Justitie. De aanleiding hiervoor is volgens het AD een brief van justitie in Turkije, waarin staat dat Demmink in juli 1996 weldegelijk Turkije is ingereisd, ook al heeft hij dit meermaals ontkend.
De vraag of Demmink op dat moment wel of niet in Turkije is geweest, is cruciaal in het kader van het mogelijke seksueel misbruik waarmee Demmink al jaren in verband wordt gebracht. Een Turkse man claimt precies in die maand in 1996 als minderjarige jongen door Demmink te zijn misbruikt. Demmink heeft altijd gesteld voor het laatst in 1987 in Turkije te zijn geweest. De Rijksrecherche deed in opdracht justitie eerder onderzoek naar hem, maar achtte enkele aangiftes van misbruik onbetrouwbaar. Tot vervolging kwam het tot nog toe niet.
Op de dag dat het Openbaar Ministerie het nieuws over dit nieuwe onderzoek bekendmaakte, diende voor de Utrechtse rechtbank vrijdag een zaak waarin Demmink – ook al was hij zelf niet lijfelijk aanwezig – zich verzette tegen een getuigenoproep van stichting de Roestige Spijker. Deze stichting heeft tot doel zaken te onthullen waar ‘de Nederlandse journalistiek niet over mag schrijven.’
Twee voormalig gevangenisdirecteuren verklaarden afgelopen zomer dat zij van een collega het verhaal hadden gehoord over hoe die ‘jonge jongens moest regelen’ voor Demmink tijdens een dienstreis naar Londen van ruim twintig jaar geleden. Een publicatie hierover in de Volkskrant was voor de Roestige Spijker reden om bij justitie het getuigenverhoor van deze ambtenaar en enkele andere personen aan te vragen. De rechtbank maakt op 13 november bekend of het verzoek wordt gehonoreerd.
Demmink speelde ook een rol in de lang slepende Chipshol-zaak: in september 2011 werd hij als getuige gehoord vanwege een omstreden rechterswissel in deze zaak, waarbij hij volgens Chipshol-ondernemer Poot betrokken was geweest.