Een vervelende ontdekking voor het Rotterdamse BASE advocaten, zo blijkt uit een vorige week gepubliceerd vonnis van de rechtbank Rotterdam. Het kantoor was enkele jaren ten onrechte in de veronderstelling een landelijke rekening-courant griffierecht met alle gerechten te hebben. Controle door de rechtbank wees echter uit dat BASE geen dergelijke rekening-courant had, wat voor een cliënt vervelende gevolgen zou kunnen hebben.
De omissie kwam aan het licht in een zakelijk geschil gevoerd door de Rotterdamse eenmansmaatschappij Mei Sum Investment. De zaak diende voor het eerst op 16 september 2015, maar volgens de administratie van de rechtbank kwam het griffierecht van Mei Sum pas op 19 oktober 2015 binnen. Vijf dagen te laat, wat normaliter genoeg kan zijn voor niet-ontvankelijkheid van de eiser.
Mei Sum voerde aan de griffierechten te laat te hebben betaald omdat er nooit een factuur van de rechtbank was gekomen. Na de eerste aanmaning ondernam BASE-partner Ruben van Eijck actie en betaalde hij dezelfde dag nog de griffierechten. Het kantoor gaf aan een rekening-courant verhouding te hebben met het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR); deze was immers al in augustus 2012 aangevraagd en verwerkt. Het griffierecht was echter niet afgeboekt van die rekening.
Reden genoeg voor een check door de Rotterdamse rechtbank, die begin december concludeerde: “Uit ambtshalve navraag bij het LDCR over de landelijk rekening-courant blijkt dat het kantoor van mr. Van Eijck, sinds de invoering hiervan, geen landelijk rekening-courant verhouding heeft met de gerechten.” Hiermee valt voor cliënt Mei Sum nog niet direct het doek in deze zaak: de rechtbank geeft de B.V. gelegenheid om zich hierover uit te laten bij akte. Tot die tijd wordt iedere verdere beslissing aangehouden.
Volgens Ruben van Eijck moet het ergens bij het LDCR zijn misgegaan. “Heel ongelukkig, wij waren altijd in de veronderstelling dat we wel degelijk een rekening-courant hadden,” reageert hij. “De rekening was in het verleden ook aangevraagd en aan ons bevestigd. Zover we weten waren er nooit problemen met griffierechtbetalingen. Deze zaak glipte er doorheen.”
Of zijn cliënt Mei Sum door de omissie uiteindelijk nog een zaak heeft, wil Van Eijck niet zeggen.