De schijn van dubbele petten bij het onderzoek dat De Brauw Blackstone Westbroek in opdracht van NS verrichtte naar de ov-aanbesteding in Limburg, is niet geheel opgeheven. Dit staat in een second opinion naar het onderzoek door oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer, die spreekt van meerdere ‘onzuiverheden’. Inhoudelijk biedt de second opinion geen nieuwe inzichten. De Brauw zegt in een reactie door te zullen gaan met interne onderzoeken, met aanpassing van enkele procedures.
Los van de door Brenninkmeijer geconstateerde onzuiverheden is er inhoudelijk niets af te dingen op het onderzoek dat De Brauw in opdracht van NS verrichtte. Dat heeft minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vrijdag aan de Tweede Kamer laten weten.
Het afgelopen zomer omstreden geraakte onderzoek van De Brauw en de twee second opinions waarin dit onderzoek tegen het licht werd gehouden, werpen verder ‘geen nieuw licht op de zaak’, aldus Dijsselbloem. De minister had om een second opinion gevraagd, omdat De Brauw ook de huisadvocaat is van NS, waardoor conflicterende belangen de kop op zouden kunnen steken. Dijsselbloem wilde met het tegenonderzoek twijfel aan de integriteit van De Brauw wegnemen en schakelde voormalig ombudsman Alex Brenninkmeijer in voor de second opinion. De Brauw liet het eigen onderzoek zelf nog eens doorlichten door oud-rechter Wil Tonkens.
Brenninkmeijer heeft geconstateerd dat de procedure met onder meer een eerste en een tweede onderzoeksversie aan de kant van De Brauw ‘niet helemaal vlekkeloos is verlopen’. Hij spreekt van ‘onzuiverheden, die onder meer de samenloop van meerdere rollen van De Brauw betreffen, zoals belangenbehartiging van de NS in de procedure voor de Autoriteit Consument en Markt, onderzoek naar de onregelmatigheden bij de NS ten behoeve van de Raad van Commissarissen en het voorbereiden van arbeidsrechtelijke maatregelen door de NS als werkgever tegen betrokken werknemers.’
Daarnaast schortte er volgens Brenninkmeijer het nodige aan de mate van regie bij De Brauw in het onderzoek: die was onvoldoende, waardoor voormalig NS-topman Timo Huges door onjuiste informatie te verstrekken uitkomsten kon beïnvloeden. Brenninkmeijer: “Een belangrijke les die uit het NS-dossier te trekken valt, is dat er meer duidelijkheid moet ontstaan over de grenzen van het handelen van advocaten bij onafhankelijk en onpartijdig onderzoek. Wat is de grens tussen enerzijds de rol van de advocaat die een partij ondersteunt in juridische procedures en anderzijds de advocaat die onderzoek doet naar onregelmatigheden in ondernemingen? Deze duidelijkheid is vooral belangrijk wanneer dat onderzoek publieke verantwoording dient.”
Oud-rechter Tonkens constateert geen grote onregelmatigheden in het onderzoek, maar deelt de mening van Brenninkmeijer over het tekort aan regie en de betrokkenheid van De Brauw bij het ontslag van NS-bestuurders ten opzichte van het onderzoek.
De Brauw zegt in een reactie bij monde van managing partner Martijn Snoep het op een aantal punten oneens te zijn met de bevindingen van Brenninkmeijer. “Wel hebben wij voor de toekomst enkele lessen getrokken uit deze zaak. Wij gaan door met het verrichten van interne onderzoeken voor onze cliënten, maar zullen niet meewerken aan publicatie van onze onderzoeksrapporten voor publieke verantwoording. Daar zijn die rapporten niet voor bedoeld.” Verder zal De Brauw, ‘gezien de positie van betrokken werknemers in dit soort onderzoeken’, geen arbeidszaken behandelen die volgen uit een dergelijk onderzoek dat door het kantoor is uitgevoerd. “Ook zullen wij een aantal interne procedures aanvullen.”
De onderzoeken tonen definitief meerdere onregelmatigheden bij de aanbesteding van het ov in Limburg aan. Voormalig NS-topman Huges was hierbij betrokken; dit kwam reeds in juni uit via de gelekte onderzoeksresultaten, waardoor hij het veld moest ruimen. Tegenover De Brauw had hij onvolledige en onjuiste verklaringen afgelegd, schrijft het FD in een samenvatting van de hele kwestie. Het definitieve onderzoeksrapport van De Brauw en de conclusies van Brenninkmeijer zijn hier te downloaden.
Huges diende na zijn vertrek een tuchtklacht in tegen Martijn Snoep, omdat die de Advocatenwet overtreden zou hebben door in de media over nog vertrouwelijke onderzoeksuitkomsten te spreken. Die klacht is later weer ingetrokken.