Verzekeraar Achmea is voorgetrokken bij de totstandkoming van de rechtsbijstandspilot LegalGuard. De Raad voor Rechtsbijstand (RvR) heeft hierbij regels over het aanbesteden van overheidsprojecten ontweken, schrijft NRC op basis van eigen onderzoek. LegalGuard dreigt intussen genadeloos te floppen.
De pilot rond Legal Guard – een sublabel van Achmea – ging van start in maart 2019 en loopt een jaar. Het doel is om 750 betrekkelijk eenvoudige consumentenzaken door juristen van Achmea te laten behandelen in plaats van door advocaten. Eind 2019 waren er echter nog maar dertien zaken doorverwezen naar LegalGuard, zo blijkt uit een tussentijdse evaluatie van meerdere pilots in het kader van de herziening van het rechtsbijstandsstelsel.
NRC onderzocht meerdere documenten over LegalGuard na een beroep op de Wet openbaarheid van Bestuur. Hieruit blijkt volgens de krant dat het aantal geplande zaken voor de LegalGuard-pilot bewust omlaag is gebracht, zodat de Raad voor Rechtsbijstand – die de pilot uitvoert – onder een verplichte aanbesteding uit zou komen. Hiermee wilde de raad voorkomen dat andere verzekeraars kans zouden maken op het uitvoeren van de pilot: de samenwerkingspartner moest en zou Achmea worden, aldus de reconstructie van NRC.
Tal van advocaten uitten zich begin vorig jaar al kritisch over LegalGuard, zeker nadat minister Dekker voor Rechtsbescherming zijn opwachting had gemaakt in een reclame-achtig filmpje over een werkbezoek bij Achmea. De video leidde tot Kamervragen van Tweede Kamer-leden Van Nispen (SP) en Kuiken (PvdA): “Waarom maakt u reclame voor een commercieel bedrijf dat rechtsbijstandsverzekeringen verkoopt?” De minister ontkende dit te doen.
De LegalGuard-pilot past in Dekkers plannen voor de herziening van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand, waarin rechtsbijstandverzekeraars een grotere rol moeten krijgen, ten koste van advocaten. Andere pilots zijn onder andere de Huizen van het Recht (de eerste opent in Heerlen) en online keuzehulp bij echtscheidingen.