De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) heeft zich tot de Hoge Raad gewend met het verzoek om schriftelijke opmerkingen te mogen indienen in verband met een belangrijk juridisch vraagstuk rondom het verschoningsrecht.
Dit verzoek volgt op een prejudiciële beslissing van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, dat rechtsvragen heeft voorgelegd aan de Hoge Raad met betrekking tot de omgang met verschoningsgerechtigde informatie. In een tussenarrest van 2 mei 2023 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch reeds aangegeven dat de uitleg van de Staat met betrekking tot de omgang met verschoningsgerechtigde informatie niet overeenkomt met andere wetgeving en jurisprudentie over het onderwerp. Bovendien biedt de uitleg volgens het Hof onvoldoende waarborgen om te voorkomen dat het verschoningsrecht in het gedrang komt.
Het betreft volgens de NOvA een fundamenteel rechtsbeginsel dat van groot belang is voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden door het Openbaar Ministerie (OM) in diverse lopende strafzaken. Hierdoor zag het gerechtshof zich genoodzaakt om prejudiciële vragen voor te leggen aan de Hoge Raad, die op 5 september 2023 definitief zijn geformuleerd. Het doel van deze vragen is het verkrijgen van een duidelijk kader voor de omgang met verschoningsgerechtigde informatie, wat zou moeten resulteren in een praktisch toepasbare werkwijze.
Belang van de antwoorden
Gezien het belang van de antwoorden op deze prejudiciële vragen voor zowel de advocatuur als rechtzoekenden, heeft de NOvA op 13 september de Hoge Raad verzocht om schriftelijke opmerkingen te mogen indienen in dit proces.
De prejudiciële procedure zal naar verwachting enige maanden in beslag nemen. Gedurende deze tijd blijft de tijdelijke maatregel van kracht die door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch is getroffen in het eerder genoemde tussenarrest van 2 mei. Deze maatregel vereist dat het OM bij het doen van vorderingen de selectie, filtering en beoordeling van gegevens overlaat aan de rechter-commissaris, wat in lijn is met het advies dat de NOvA eerder aan het OM heeft gegeven.
De uitkomst van deze zaak zal naar verwachting aanzienlijke invloed hebben op de toekomstige omgang met verschoningsgerechtigde informatie binnen het Nederlandse rechtssysteem.