Als het aan de algemene raad van de Orde van Advocaten ligt, hoeven advocaten dit jaar slechts de helft van de verplichte twintig opleidingspunten te halen. Ook zouden advocaten de helft minder tijd aan de nieuwe kwaliteitstoetsen hoeven te besteden.
Volgens het voorstel van de algemene raad – waar het college van afgevaardigden nog mee moet instemmen – hoeven advocaten in 2020 kortom slechts tien PO-punten te behalen in plaats van twintig. Ook wordt de verplichting om tien PO-punten per geregistreerd rechtsgebied te behalen gehalveerd naar vijf. Daarnaast mogen advocaten de helft minder uren besteden aan de kwaliteitstoetsen, die per 1 maart 2020 verplicht zijn gesteld voor de advocatuur.
Normaliter riskeren advocaten die in een jaar onvoldoende opleidingspunten halen een tik op de vingers van de deken of zelfs tuchtrechtelijke vervolging. De advocatenorde ziet de verplichting om jaarlijks minimaal twintig PO-punten te halen dan ook als ‘een kwaliteitsborging voor de advocatuur’.
De reden voor de NOvA om dit jaar coulant te zijn op dit vlak, moet uiteraard worden gezocht in de coronacrisis. Als gevolg hiervan kunnen er al sinds half maart geen cursussen of opleidingen in groepsverband meer plaatsvinden. Ook online is er volgens de NOvA momenteel nog onvoldoende aanbod in opleidingen.
‘Opleidingsinstituten schakelen over op digitaal onderwijs, maar de opleidingen voldoen vaak (nog) niet aan de eisen die de Voda daaraan stelt, zoals toetsbaar en interactief zijn,’ aldus een bericht van de orde. ‘Bovendien is er niet op alle rechtsgebieden voldoende digitaal aanbod beschikbaar en het ziet er niet naar uit dat dit de komende maanden gerealiseerd kan worden.’
Met het voorstel volgt de NOvA naar eigen zeggen andere beroepsorganisaties in binnen- en buitenland, die het aantal te behalen opleidingspunten al hebben aangepast voor dit jaar. Het college van afgevaardigden gaat zich in zijn vergadering van eind juni buigen over het wijzigingsvoorstel op de Verordening op de advocatuur.