Notaris Lambertus B. uit Bergen is terecht geschorst in de uitoefening van het ambt van notaris nadat hij in eerste aanleg is veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf voor zijn aandeel in de Peseta-zaak. Dat heeft de notariskamer van het Gerechtshof Amsterdam vorige week beslist.
De notaris werd op 16 februari van dit jaar veroordeeld voor deelneming aan een criminele organisatie, medeplegen van witwassen en medeplegen van valsheid in geschrift in authentieke akten. Tegen dat oordeel heeft de notaris – net als het OM – hoger beroep ingesteld.
De voorzitter van de notariskamer schorst de notaris op 17 februari voor onbepaalde in de uitoefening van zijn ambt van notaris. De notaris vindt dat niet terecht: hij stelt onder meer dat onderzocht had moeten worden of de ‘hem verweten gedragingen tuchtrechtelijk tot een ontzetting zouden moeten leiden’.
De notariskamer van het Gerechtshof Amsterdam is het daar niet mee eens. ‘Uit artikel 26 lid 1, aanheft en onder c Wna volgt dat de notaris om deze reden moet worden geschorst in de uitoefening van zijn ambt. Voor een belangenafweging van de voorzitter is geen plaats.’
Er zijn ook geen zwaarwegende, bijzondere omstandigheden aangevoerd die een uitzondering op dit door de wetgever verbonden gevolg rechtvaardigen, aldus het hof.