Een Amsterdamse notaris moet meewerken aan een deskundigenonderzoek naar de authenticiteit van handtekeningen onder een aandeelhoudersbesluit dat deel uitmaakt van een leveringsakte die zij heeft opgemaakt. Dat heeft de rechtbank Amsterdam in kort geding geoordeeld. Volgens de kort gedingrechter kan de notaris haar medewerking niet afhankelijk maken van toestemming van de kopers van de aandelen.
In het besluit is een overeenkomst tot verkoop van aandelen vastgelegd. De verkoper van de aandelen meent dat aan het besluit is gesleuteld en dat haar handtekening is vervalst. Dat wil zij laten onderzoeken.
De voorzieningenrechter stelt dat de gang van zaken bij het passeren van de akte ‘de nodige vragen oproept’. ‘Bij dat laatste besluit staan ook [naam 3] en [naam 4] vermeld als deelnemers aan de aandeelhoudersvergadering, terwijl zij toen nog geen aandeelhouders waren. De alinea van het besluit van 27 maart 2008 waarin de aanbiedingsplicht niet langer staat, lijkt anders te zijn vormgegeven (dunner gedrukt) dan dezelfde alinea in het besluit van 26 maart 2008. Kennelijk is aan de eerdere versie gesleuteld,’ constateert de rechtbank.
De notaris wil alleen aan het onderzoek naar de autenticiteit van de handtekeningen meewerken als de kopers, met wie de verkoper een conflict heeft, daarvoor toestemming geven. Die toestemming is echter niet vereist, aldus de voorzieningenrechter. ‘Bovendien valt niet in te zien dat [naam 3] en [naam 4] door het onderzoek in enig te respecteren belang worden geschaad. Zij kunnen zelf indien gewenst een contra-expertise vragen. Voorshands is dan ook aannemelijk dat de notaris in een bodemprocedure zal worden veroordeeld tot medewerking aan het door MediaPub gewenste onderzoek, ook zonder dat [naam 3] en [naam 4] daarvoor toestemming zouden geven.’