Het feit dat een notaris een reeks van fouten heeft gemaakt bij het opmaken en passeren van een verklaring van erfrecht en een akte van levering is tuchtrechtelijk laakbaar, maar dat maakt niet dat hij als ‘blundernotaris’ kan worden gekwalificeerd. Tot dat oordeel komt de Notariskamer van het Gerechtshof Amsterdam in een recente uitspraak.
Het hof constateert dat de notaris een reeks van fouten maakte bij de afwikkeling van de nalatenschap van een Amerikaanse erflaatster. Bij de verklaring van erfrecht gaat om de vermelding dat erflaatster ten tijde van haar overlijden de Nederlandse nationaliteit had (terwijl zij blijkens het door de notaris geraadpleegde uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens Amerikaans staatsburger was), de vermelding dat erfgenaam X bij beslissing van het Superior Court tot enig en algeheel erfgenaam was benoemd (terwijl hij bij die beslissing tot executeur was benoemd) en de vermelding dat erflaatster nooit gehuwd is geweest (terwijl in de door de notaris opgestelde boedelvolmacht stond dat erflaatster weduwe is).
Bij de akte van levering van een appartementsrecht gaat het vervolgens ook mis, mede omdat de notaris voortborduurt op de verklaring van erfrecht. Anders dan hij tot uitgangspunt nam, was de erfgenaam X niet enig erfgenaam, en dus niet alleen bevoegd tot leveren van het appartementsrecht.
Het Hof komt door de fouten tot het oordeel dat de notaris zeer onzorgvuldig heeft gehandeld. ‘Daaraan doet niet af dat [de erfgenamen] (wellicht) al eerder dan eind 2011 wisten dat in de verklaring van erfrecht en de akte van levering fouten stonden en dat zij de notaris daarvan op de hoogte hadden kunnen stellen. Het maken van zoveel fouten is tuchtrechtelijk laakbaar, zoals de kamer ook heeft overwogen.’
De kwalificatie ‘blundernotaris’ – zoals gebezigd door klager – gaat echter te ver, stelt de Notariskamer. ‘Weliswaar staat vast dat de notaris bij het opmaken en passeren van de verklaring van erfrecht en de akte van levering fouten heeft gemaakt, maar dat rechtvaardigt niet de algemene kwalificatie “blundernotaris”. De notaris heeft op de door hem opgestelde verklaring van erfrecht – met enkele onjuistheden – voortgeborduurd door bij de akte van levering ervan uit te gaan dat [X] bevoegd was om zelfstandig te beschikken over de bestanddelen van de nalatenschap van erflaatster en door vervolgens de verkoopopbrengst van het appartementsrecht op een gezamenlijke bankrekening van [Y] en klager te storten. Klachtonderdeel I zal daarom op dit punt ongegrond worden verklaard.’
Voor de gemaakte fouten krijgt de notaris een waarschuwing. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de notaris niet eerder klachtwaardig heeft gehandeld, en dat hij zich heeft ingespannen om de gemaakte fouten te herstellen.