De Amsterdamse (oud-)notaris Alexander Blom is door de Kamer voor het Notariaat uit het ambt ontzet. De tuchtrechter verklaarde dinsdag 27 december diverse klachten van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) gegrond, onder meer over onttrekkingen aan de derdengeldenrekening, een negatieve bewaringspositie en het zonder navraag in depot houden van kunst van een client, zo blijkt uit de beslissing.
Blom werd begin februari 2016 al voor onbepaalde tijd geschorst wegens een klacht ‘van zeer ernstige aard, dan wel indien er kennelijk gevaar bestaat voor benadeling van derden’. Het BFT ontdekte gedurende het onderzoek meerdere ‘onvolkomenheden’ rond de afwikkeling van erfenissen. Daarbij waren de liquiditeits- en solvabiliteitspositie van het kantoor gedurende 2014, 2015 en in de loop van 2016 negatief en had Blom diverse bedragen onttrokken van de derdengeldenrekening van zijn kantoor. Ook waren declaraties van een klant zonder diens toestemming verrekend via de derdengeldenrekening, ontdekte het BFT. Op 3 mei 2016 ging zijn notariskantoor failliet, waarna Blom defungeerde als notaris.
Hoeveel geld Blom precies van de derdengeldenrekening heeft onttrokken, is nog onduidelijk. Wel is bekend dat de Stichting Voorzieningenfonds van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), die de schade vergoedt van cliënten die door een notaris zijn benadeeld, ruim 600.000 euro vordert van Blom.
Ook naar voren gekomen in het BFT-onderzoek: een overeenkomst met een client waarin stond dat Blom zou investeren in ‘een farm’ – al nam de notaris dit zelf naar eigen zeggen niet serieus – en het in depot nemen van kostbare kunst van een cliënt, zonder onderzoek te doen naar de herkomst van deze kunstwerken en de cliënt in kwestie. Het roept wat de kamer betreft vragen op over Blom’s onafhankelijkheid en notariële zorgvuldigheid.
Alle gegronde klachten zien volgens de kamer op ernstige normschendingen, die ‘de lichtvaardige en onzorgvuldige wijze waarop de notaris zijn ambt uitoefende illustreren’. De Kamer acht de normschendingen van de notaris dusdanig ernstig dat het niet langer verantwoord is dat de notaris zijn ambt voorzet. Dit betekent dat de maatregel ontzetting uit het ambt passend en geboden is.’
Met de ontzetting uit het ambt voor Blom is de kous nog niet af. De oud-notaris heeft een bodemprocedure aangespannen tegen de accountant van het notariskantoor. Die heeft volgens Blom zonder zijn medeweten gerommeld met de kantooradministratie en de derdengeldenrekening, en is daarom verantwoordelijk voor de schade. De advocaten van de accountant deden dit in een recent kort geding tegen Blom af als flauwekul: ‘Een notaris is zelf altijd eindverantwoordelijk voor zijn praktijk. Blom wist bovendien wat hij moest doen om er voor het BFT keurig bij te zitten’.
Dit artikel is op 9 januari uitgebreid aan de hand van de beslissing van de Kamer voor het Notariaat.