Netwerk Notarissen had de overeenkomst met een ‘niet loyaal notariskantoor’ niet abrupt mogen beëindigen, en volgde hierbij bovendien de eigen procedures niet. De Rechtbank Midden-Nederland heeft het netwerk daarom onlangs opgedragen een nieuwe overeenkomst aan te bieden aan het kantoor.
De notariële netwerkorganisatie Netwerk Notarissen bestaat inmiddels twintig jaar; er zijn ruim 150 notariskantoren door het hele land bij aangesloten. Zij profiteren onder meer van centraal georganiseerde modellen, cursussen en marketinguitingen. Met een notariskantoor dat al sinds 2000 lid is, ontstaat bonje als het kantoor half februari opduikt in een artikel van NRC. Hierin staat hoe notarissen massaal te veel doorberekende kadasterkosten niet terug vergoeden aan cliënten en in eigen zak houden.
Het – anoniem gebleven – notariskantoor wordt genoemd als voorbeeld in verband met een tuchtzaak hierover. Het niet terugbetalen van te veel betaalde kadastergelden aan cliënten bleek echter gebruikelijk, aldus de Kamer voor het Notariaat vorig jaar. “Binnen het notariaat is de wijze van declareren waarover de klachtonderdelen in essentie gaan, geenszins ongebruikelijk en het werd breed toegepast. Pas recent is binnen de KNB en het notariaat hier discussie over ontstaan.” Het artikel leidde vooralsnog enkel tot Kamervragen.
Onvoldoende loyaliteit
Netwerk Notarissen beëindigt hierop vrijwel direct de deelnemersovereenkomst met het betreffende notariskantoor. “Volgens de commissie toe- en uittreding laat uw kantoor op een aantal punten onvoldoende loyaliteit jegens Netwerk Notarissen zien,” aldus de opzeggingsbrief. Door het artikel in NRC heeft de naam Netwerk Notarissen schade opgelopen, en de tuchtzaak draagt niet bij ‘aan de goede reputatie die we van een Netwerkkantoor mogen verwachten.’ Ook doen de notarissen niet mee aan de ‘best practices’ die Netwerk Notarissen organiseert, en zijn ze ook aangesloten bij andere, concurrerende labels, zoals DoeHetZelfNotaris en Erfrechtplan.
Het notariskantoor verzet zich tegen de beëindiging van de overeenkomst, om uiteindelijk een zaak bij de kantonrechter aan te spannen. De notarissen stellen dat de eenzijdige opzegging niet rechtsgeldig is omdat de procedure voor opzegging niet is gevolgd. Ze eisen daarom een verklaring voor recht dat de overeenkomst niet is geëindigd. Bovendien moet Netwerk Notarissen alsnog enkele verplichtingen nakomen, op straffe van een dwangsom à 250.000 euro.
Netwerk Notarissen werpt tegen dat het notariskantoor ‘zich van meet af aan niet als loyaal netwerkkantoor heeft opgesteld’, door niet actief deel te nemen binnen het netwerk en vanwege een oncollegiale opstelling richting notariaten in de regio. Deze houding is in de loop der jaren verder verslechterd, stelt Netwerk Notarissen, tot aan de escalatie in februari 2019.
De kantonrechter bij de Rechtbank Midden-Nederland constateert in een afgelopen week gepubliceerd vonnis echter dat de overeenkomsten met deelnemende kantoren steeds stilzwijgend worden verlengd, wat ‘impliceert dat er geen wijzigingen zijn afgesproken en dat de overeenkomst onder dezelfde voorwaarden wordt voortgezet’. Intussen is de deelnemersovereenkomst inzake beëindiging ‘niet op alle punten duidelijk’. Een tussentijdse opzegging is volgens de reglementen enkel mogelijk bij ‘substantiële tekortkomingen’ bij de deelnemer, en moet met goede redenen worden omkleed. Een onmiddellijke opzegging is enkel mogelijk in het geval van faillissement, bedrijfsbeëindiging of schorsing van de notaris.
Eigen procedures niet gevolgd
Bij de ontbinding van de overeenkomst in maart 2019 heeft Netwerk Notarissen echter niet goed uitgelegd wat ‘in gebreke zijn’ in dit geval precies betekent. ‘Gezien de zorgvuldig omschreven procedures die volgens de artikelen 16 en 17 moeten worden gevolgd om een deelnemer van deelname uit te sluiten […], kan niet als juist worden aanvaard dat artikel 15.4 aan Netwerk Notarissen een beëindigingsmogelijkheid zou bieden die geheel voorbij gaat aan de in de artikelen 16 en 17 beschreven procedures,’ aldus de rechter.
En deze procedures heeft Netwerk Notarissen bij deze opzegging niet goed gevolgd. Zo heeft het notariskantoor niet een maand de tijd gekregen om te reageren en zijn de bezwaren tegen de deelname van het kantoor onvoldoende gemotiveerd.
Verder zou er een ‘commissie van toe- en uittreding’ bestaan, maar die wordt in de oude versie van de deelnemersovereenkomst niet genoemd. Bovendien heeft het notariskantoor deze nieuwe versie, waarin die commissie wel voorkomt, zelf nooit getekend. Netwerk Notarissen kan zich daarom niet beroepen op de gewijzigde bepalingen in de vernieuwde overeenkomst, concludeert de rechter.
Bij dit alles komt ook nog eens dat de rechter de argumenten van Netwerk Notarissen om het notariskantoor buiten te zetten niet zwaarwegend genoeg vindt. De genoemde incidenten dateren van jaren geleden; zo is het kantoor voor het laatst in 2009 aangeschreven over een oncollegiale houding. ‘Als die gemaakte verwijten uit het verleden inderdaad zo ernstig waren, dan mag worden aangenomen dat Netwerk Notarissen daar destijds ook naar zou hebben gehandeld,’ vindt de rechter.
De druppel
Dat het artikel in NRC voor Netwerk Notarissen de ‘druppel’ was, kan het notariskantoor niet worden aangerekend. Het kantoor zelf bleef anoniem in het artikel naar aanleiding van de tuchtzaak; de journalist in kwestie koos ervoor de naam Netwerk Notarissen wel op te schrijven, zonder wederhoor te plegen.
De rechter wijst de vordering van het notariskantoor daarom toe; Netwerk Notarissen is opgedragen om het kantoor binnen een week na de uitspraak een nieuwe deelnemersovereenkomst aan te bieden, op straffe van een dwangsom à 1.500 euro per dag.
Netwerk Notarissen laat in een reactie weten dat er inderdaad een nieuwe deelnemersovereenkomst is aangeboden aan het kantoor. Dit is echter niet geaccepteerd: “In goed overleg met de betreffende notarissen is echter besloten ieder een eigen weg in te slaan. Zowel het betreffende kantoor als Netwerk Notarissen hebben besloten geen hoger beroep in te stellen.”