Het ging ineens razendsnel: aanhouding van de zaak tegen CEO Willem Scholten van het Havenbedrijf Rotterdam vorige week dinsdag, de (vervroegde) vrijspraak van Spigthoff-partner Jacob Cornegoor donderdag en de vrijwel direct daarop volgende aankondiging van het openbaar ministerie dat er hoger beroep wordt ingesteld. We blikken even terug: wat was de reden van de vervroegde uitspraak en wat is de reden van het hoger beroep? “Het openbaar ministerie en de rechtbank staan in deze zaak lijnrecht tegenover elkaar.”
De reden van de vervroegde uitspraak is dat de rechtbank Rotterdam in eerste instantie van plan was om op 9 april tegelijk uitspraak te doen in de zaak Cornegoor én de zaak tegen CEO Willem Scholten van het Havenbedrijf Rotterdam. Die laatste zaak werd op de eerste zittingsdag echter aangehouden: er moeten van de rechtbank nog diverse getuigen worden gehoord, waaronder Joep van den Nieuwenhuizen en een getuige in Egypte. Daarop heeft de rechtbank vervroegd uitspraak gedaan in zaak Cornegoor, “op uitdrukkelijk verzoek van Corgenoor zelf,” aldus een woordvoerder van de rechtbank Rotterdam.
Spigthoff sprak in een persverklaring na de vrijspraak de hoop uit “dat hiermee een definitief einde komt aan deze voor Cornegoor en het kantoor Spigthoff zeer belastende episode,” maar die hoop werd vrijwel meteen de grond in geslagen: het landelijk parket liet weten in hoger beroep te gaan. “Het openbaar ministerie en de rechtbank staan in deze zaak lijnrecht tegenover elkaar. Het gaat in de kern om de vraag of er sprake is geweest van voorwaardelijk opzet. Het openbaar ministerie is van oordeel dat daarvan sprake is, en dat Cornegoor iets te verwijten valt. De rechtbank meent van niet. Vandaar het hoger beroep,” aldus woordvoerder Wim de Bruin.
Spigthoff wil – na de uitgegeven persverklaring – verder niet meer reageren op de ontwikkelingen.
Getuige in Egypte
Het Openbaar Ministerie vermoedt dat de Egyptenaar is betrokken bij het witwassen van steekpenningen die Scholten van Joep van den Nieuwenhuyzen zou hebben ontvangen. Het zou gaan om een bedrag van ruim 1,2 miljoen euro, overgemaakt op een Zwitserse bankrekening in drie tranches tussen maart 2001 en november 2002. Het geld was een tegenprestatie voor de garanties van het Havenbedrijf Rotterdam voor bankleningen aan Van den Nieuwenhuyzens RDM-concern. Dat schrijft Nieuwsblad Transport.
Volgens het OM heeft Scholten na het uitkomen van de zaak “in allerijl” het geld van de Zwitserse rekening gehaald en doorgesluisd naar de Egyptenaar. Het televisieprogramma NOVA berichtte dat het OM een fax heeft aangetroffen bij de betreffende bank waarin Scholten verzoekt om de rekening op te heffen en alle sporen ervan te vernietigen. Overigens is de verwachting dat de Egyptenaar, die Scholten kent uit zijn tijd bij Smit Internationale in de jaren tachtig, niet bereid is om vragen te beantwoorden en zich zal beroepen op zijn verschoningsrecht.