De Bossche deken Jan Frederik Schnitzler schrok afgelopen maand op toen hij via een mailtje van de rechtbank op een bericht in de krant werd gewezen. Las hij daar nu echt dat een advocaat een rechter uitmaakte voor ‘idioot’ wegens een hem onwelgevallig vonnis? Dat zag de deken goed, maar de advocaat wast zijn handen in onschuld. “Dat moet de journalist zelf hebben verzonnen.”
Door Joris Rietbroek
Even leek het een variant op de roemruchte sukkelzaak in wording. ‘Als jurist vind ik de rechter echt zwak, een idioot’, zo werd de Eindhovense advocaat Murat Alaca geciteerd in het Eindhovens Dagblad. Aanleiding was een uitspraak door de rechtbank Oost-Brabant van begin augustus over de beëindiging van een islamitisch huwelijk. Alaca stond een man bij die alleen van zijn echtgenote wilde scheiden als hij de bruidsschat – waaronder gouden sieraden – terug zou krijgen. Hoewel hun islamitische huwelijk in Nederland onwettig is, oordeelde de rechter dat de man ook zonder zulke voorwaarden moest meewerken aan de echtscheiding.
Volgens Alaca werd hij benaderd door de journalist van het Eindhovens Dagblad voor een toelichting op het vonnis. “Ik heb zeker een half uur met hem gesproken, maar uiteindelijk schreef hij alleen in zijn artikel wat ik van het vonnis vond,” zegt de advocaat. “Ik heb de rechter echter nooit een idioot genoemd, dat moet hij zelf hebben verzonnen. Ik moet contact met journalisten voortaan maar mijden.”
Iets soortgelijks zei Alaca eind vorige week ook tegen deken Schnitzler, die op zijn beurt ook de journalist te spreken kreeg. “De krant schreef daarna meteen dat de advocaat bij me op het matje moest komen,” licht de deken toe. “Dat zal Alaca allicht zo ervaren hebben, maar ik wilde vooral weten wat er nu precies was gebeurd. Het is in zo’n geval simpel: als de advocaat ontkent, dan is er geen rol voor het tuchtrecht. En een advocaat mag in de media wel zijn mening over een vonnis geven.”
Schnitzler vindt het wel ‘bijzonder’ hoe zulke stevige citaten in de krant terecht kunnen komen. “Ik heb de advocaat geadviseerd om in het vervolg geen toelichting te geven aan een journalist als een vonnis nog moet bezinken of als er eerst nog stoom afgeblazen moet worden.” Daarbij mag van de deken duidelijk zijn dat de advocaat beslist in de problemen was gekomen als wél was vastgesteld dat hij in de media een rechter ‘idioot’ had genoemd. “Dan was ‘ie van mij geweest, om het zo te zeggen. Dan had ik acuut een dekenbezwaar ingediend.”