De hervorming van het toezicht op de advocatuur loopt vertraging op. Dit blijkt uit een recente brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Teun Struycken, aan de Tweede Kamer. De brief is een reactie op twee moties die op 18 juni zijn aangenomen door de Kamer.
De eerste motie, ingediend door het Kamerlid Lahlah (GroenLinks/PvdA), verzoekt de regering om drie jaar na invoering van het nieuwe toezichtmodel een evaluatie uit te voeren van de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur. Deze evaluatie moet specifiek ook de wijze van klachtafhandeling meenemen. De tweede motie, ingediend door het Kamerlid Ellian (VVD), roept op tot een ingrijpende wijziging in het oorspronkelijke plan door zowel het toezicht, het klachtenonderzoek als het tuchtrechtelijk toezicht op de naleving van de kernwaarden van de advocatuur onder te brengen bij de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur.
Afwijking van oorspronkelijk plan
Met name de motie van Ellian wijkt aanzienlijk af van het toezichtmodel dat door de voorganger van Struycken was geformuleerd en op 29 juni 2023 aan de Kamer was voorgelegd. Het oorspronkelijke plan voorzag in een meer gedecentraliseerd systeem voor het toezicht op advocaten, waarbij verschillende actoren verantwoordelijk zouden blijven voor de diverse onderdelen van het toezicht, het klachtenonderzoek en het tuchtrecht. Ellians motie suggereert echter dat al deze onderdelen gebundeld zouden moeten worden onder de verantwoordelijkheid van één centrale, onafhankelijke toezichthouder.
De staatssecretaris benadrukt in haar brief het belang van overleg met betrokken partijen binnen de advocatuur voordat ze stappen onderneemt naar aanleiding van de motie van Ellian. “Ik vind het van belang om de komende periode met betrokken partijen (binnen de advocatuur) te praten over het toezicht en de wijze waarop met de motie van lid Ellian moet worden omgegaan,” schrijft Struycken. Dit overleg is volgens haar noodzakelijk om te bepalen hoe de motie in de praktijk kan worden gebracht zonder afbreuk te doen aan de effectiviteit en onafhankelijkheid van het toezicht.
Vertraging wetsvoorstel
De noodzaak voor verder overleg en het zoeken naar consensus binnen de advocatuur heeft echter gevolgen voor de oorspronkelijke planning. Het was de bedoeling dat het conceptwetsvoorstel voor de wijziging van de Advocatenwet rondom de zomer van 2024 in consultatie zou worden gegeven. Vanwege de recente ontwikkelingen is dit tijdspad echter niet haalbaar. Struycken verwacht de Tweede Kamer pas in het najaar van 2024 verder te kunnen informeren over de voortgang.
De vertraging komt op een cruciaal moment, nu de roep om hervorming van het toezicht op de advocatuur steeds luider klinkt. De laatste jaren is er toenemende aandacht voor de vraag hoe de onafhankelijkheid van advocaten kan worden gewaarborgd en tegelijkertijd toezicht op hun gedrag kan worden versterkt. Vooral de wijze waarop klachten tegen advocaten worden afgehandeld, staat ter discussie. Zowel de motie van Lahlah als die van Ellian zijn pogingen om deze zorgen aan te pakken en het vertrouwen in het systeem te versterken.
Onderwerp van discussie
Het idee van een Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur is al enige tijd onderwerp van discussie. Deze toezichthouder zou de verantwoordelijkheid moeten dragen voor het toezicht op de naleving van de regels binnen de advocatuur, het behandelen van klachten en het tuchtrecht. Advocaten hebben binnen de Nederlandse rechtsstaat een bijzondere positie, omdat zij onafhankelijk moeten kunnen opereren, maar tegelijkertijd is er steeds meer aandacht voor de behoefte aan beter toezicht op hun functioneren.
De motie van Lahlah, die pleit voor een evaluatie na drie jaar, moet ervoor zorgen dat het nieuwe systeem niet alleen goed functioneert, maar ook ruimte biedt voor aanpassingen waar nodig. Zo kan worden beoordeeld of de klachtafhandeling effectief is en of de toezichthouder zijn rol naar behoren vervult.
Onzekerheid blijft
Hoewel de moties van Lahlah en Ellian zijn aangenomen, is er nog veel onduidelijkheid over hoe het toezichtmodel er uiteindelijk uit zal zien. De wens om het toezicht op de advocatuur te versterken wordt breed gedeeld, maar de precieze invulling daarvan blijft een bron van discussie.
Lees hier de volledige kamerbrief