Voormalig kandidaat-notaris en docent Robert Helder had niet direct de ambitie om bij de politie te gaan. Toch mag hij zich nu de eerste burgerrechercheur van het land noemen. Dit betekent dat de politie hem in onderzoeken naar fraude en economische delicten kan benaderen om gebruik te maken van zijn specialistische kennis. “Ik krijg toegang tot zeer vertrouwelijke politiedossiers.”
Door Joris Rietbroek
Helder was vanaf 2000 ruim dertien jaar kandidaat-notaris bij Nysingh advocaten-notarissen. In het voorjaar van 2013 verbond hij zich als docent aan de Universiteit Utrecht. Hier was hij net gepromoveerd, en de universiteit had behoefte aan een docent privaat- en notarieel recht. Het bleek niet minder boeiend dan het notarisvak: “Het is een mooie andere manier om met de materie bezig te zijn.”
Dat geldt ook voor zijn nieuwe taak: sinds kort kan Helder zijn kennis uit de praktijk beschikbaar stellen aan de politie, in de rol van vrijwillig burgerrechercheur. Vorige week legde hij de ambtseed af. Als inwoner van Zwolle is hij formeel verbonden aan de politie Oost-Nederland. Helder is de eerste burgerrechercheur: er zullen meer vrijwilligers met specifieke vakkennis worden aangesteld die de politie kunnen bijstaan als een onderzoek of opsporing daar om vraagt. Te denken valt aan ervaren notarissen en advocaten, maar ook wetenschappers, journalisten en ICT-specialisten.
Helder ‘rolde erin’ via zijn netwerk: via een teamchef bij de politie Oost-Nederland werd hij een tijdje terug benaderd met vragen over een huiszoeking bij een notariskantoor. “Toen kreeg ik te horen dat mijn expertise vaker van pas zou kunnen komen en werd ik hiervoor gevraagd,” zegt hij. “De politie heeft al langer behoefte aan experts van buitenaf.”
Zo kan hij zich buigen over in beslag genomen (al dan niet notariële) stukken in onderzoeken naar bijvoorbeeld witwaspraktijken of fraudegevallen, en hierin details bespeuren die de politie misschien zou kunnen missen. Hij kreeg al eens eerder vragen van de politie over dubieuze hypotheekaktes. Intussen kan zijn nieuwe rol ook interessant zijn voor de universiteit, zegt Helder, met het oog op de valorisatie van onderzoek en het delen van kennis ten gunste van de maatschappij.
Dat de politie Helder vroeg, betekende nog niet dat hij meteen kon beginnen. “Ik heb een hele middag met een AIVD-medewerker aan tafel gezeten die alles van mij wilde weten, op het indiscrete af,” vertelt hij. “Logisch natuurlijk, want ik krijg toegang tot vertrouwelijke politiedossiers en stukken in langlopende onderzoeken.”
Helder maakt binnenkort kennis met meerdere politieteams door het hele land, die een beroep op hem kunnen doen als zij zelf specifieke kennis missen. “Ik kan gebeld en geraadpleegd worden. Als het nodig is, kan ik in overleg met de universiteit enkele dagen vrijmaken om mee te werken aan onderzoeken. Het is zelfs niet uit te sluiten dat ik meega in het geval van huiszoekingen.”